117 het beeld op het matglas des te geringer wordt. De parallel naast elkaar liggende opnamestrooken moeten natuurlijk zonder hiaten tegen elkaar aansluiten. Uit veiligheidsoverwegingen en om nog andere, later te vermelden, beweegredenen wordt zoodanig gevlo gen, dat de strooken in de dwarsrichting ongeveer een overlapping hebben van 30 De duidelijkheid, waarmee de details in de luchtfoto waarneem baar zijn (o.a. om doode hoeken te ontgaan, geschiedt de opneming veelal met ongeveer loodrechte camera-as) hangt van de schaal van het beeld af en deze schaal neemt bij gegeven vlieghoogte met den brandpuntsafstand van het camera-objectief toe. Daar nu bij een ten volle benut, normaal objectief een beeldhoek van ongeveer 45° behoort, zal men, om een niet te groot beeldformaat te ver krijgen, in het algemeen een rnaximalen brandpuntsafstand van 21 cm gebruiken, waarbij dan een beeldformaat van 18 X 18 cm behoort. De vlieghoogte wordt dusdanig gekozen, dat de schaal cz> Fig. 4. Schematische doorsneden van een fotovliegtuig.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 70