125 kaar voor meer dan 50 overlappende opnamen (fig. 12) de lig ging van zulk een, in beide foto s voorkomend, beeldpunt door voorwaarts insnijden te bepalen. Daarbij geldt de nog onbekende afstand van de beide nadirpuntcn als basis van het voorwaarts in snijden; de richting van de basis is op de beide beelden vastgelegd door nadirpunt en beeldpunt van nadirpunt van de andere op name. Voor de nauwkeurige vaststelling, ten opzichte van die basis richting, van horizontale richtingen naar beeldpunten, kan men een daartoe speciaal geëigend apparaat den radiaaltriangulator Fig. 14. Driehoeksnet uit evenwijdige strooken. (fig. 13) gebruiken. Door hiermede door te gaan op volgende beel den van een, met meer dan 50 overlapping gevlogen, opname- strook, verkrijgt men de gegevens voor een constructie, eventueel berekening, van een geheele driehoeksketting, waarbij het derde beeld en de volgende beelden door een soort zijwaarts insnijden aan het eerste beeldpaar aangesloten zijn. De driehoekskettingen van parallelle vliegstrooken kunnen dan bij voldoende zijdelingsche overlapping (zie boven) onderling in verband gebracht worden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 78