140 terwijl de op elkaar volgende beeldparen nog voldoende terrein ge meenschappelijk hebben. Met de beschreven dubbelprojectoren worden niet alleen topo grafische kaarten samengesteld, die aan de hoogste eischen van nauwkeurigheid kunnen voldoen, zij dienen ook bij uitstek voor een ruimtelijke triangulatie met het doel paspuntlooze gebieden te over bruggen of voor netsverdichting (naar ligging en hoogte). Wij denken daarbij aan het feit, dat voor samenstelling van het optisch model uit twee beelden, geen terrestrische paspunten noodzakelijk zijn. Is dus uit de eerste twee beelden van een strook het (eerste) model tot stand gebracht, benevens schaal en horizonteering met behulp van (tenminste) drie paspunten, dan krijgt men door zuiver optisch aanpassen van het derde beeld aan het tweede, ook de juiste ligging van het derde beeld ten opzichte van den horizon. De voorgeschreven schaal van het, uit het tweede en derde beeld ver kregen, tweede model wordt, door aanpassing van de hoogten van het laatste aan die van het eerste model, door middel van basisver andering verkregen. De optredende onregelmatige fouten, die bij het voortzetten van deze werkmethode optreden, zijn in het alge meen zéér klein in vergelijking met de systematische fouten, die door aansluiting van de getriangulcerde strooken aan terrestrische paspunten geconstateerd worden en welke weer volgens bepaalde wetten verdeeld worden. Deze methode wordt direct begrijpelijk bij de Aeromultiplex, waarbij (fig. 28) de opeenvolgende opnamen gelijktijdig in een overeenkomstig aantal projectoren gelegd en relatief ten opzichte van elkaar georiënteerd worden, zoodat hier het model van de strook in zijn geheel gezien wordt en ook in zijn geheel ten op zichte van den horizon gesteld kan worden. De methode kan na tuurlijk op gelijksoortige wijze, maar met belangrijk grootere nauw keurigheid, toegepast worden met de stereoplanigraaf. De ruimtelijke triangulatie wordt nog nauwkeuriger en gaande weg over steeds grootere paspuntlooze ruimten bruikbaar, doordat men hoogteverschillen, tot op zijn minst 1 m, nauwkeurig aflees baar aan een statoscoop, van opvolgende opnamen fotografisch re gistreert en door afbeelding van den horizon ook nog de helling van iedere opname vaststelt. Het lijdt geen twijfel, dat, in dezen tijd van te verwachten uitbreiding van arbeidsveld in koloniale streken, deze triangulatiemethode een groote toepassing vinden zal, In de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 93