146 delegatie konden tengevolge van de politieke spanningen niet in Rome aanwezig zijn. De heer Von Frijtag Drabbe is hiervan in sterke mate het slachtoffer geworden, omdat hij zich bereid had verklaard de Nederlandsche inzending, op de tentoonstelling te ver zorgen, hiervoor eerder in Rome aanwezig was en werd terugge roepen even vóór het kritieke moment en ook juist vóór het vertrek van de andere leden der delegatie. De opening van het congres heeft plaats gevonden op Donderdag 29 September, toen een groot aantal gedelegeerden nog niet aan wezig was. Behalve de slotzitting zijn geen verdere algemeene ver gaderingen meer gehouden. De geheele arbeid van het congres heeft plaats gevonden in de commissievergaderingen. De organisatie hiervan is niet geheel bevredigend verloopen. Door het samenvallen van de zittingen van een vrij groot aantal secties was het voor het beperkte aantal Nederlandsche gedele geerden onmogelijk alle zittingen regelmatig bij te wonen. Alleen de commissies 3 en 4, evenals 5 en 6 hebben geen gelijktijdige zit tingen gehouden. Daarentegen hebben de commissies 1, 2, (3 4), (5 6), 7 en 8 vergaderd zonder met elkander rekening te hou den. Het gevolg is geweest, dat ondergeteekende alleen de ver gadering van de commissies 3 of 4 heeft kunnen bijwonen. Het is duidelijk, dat het toenemend aantal commissies dit euvel in ver gelijking met het congres van Parijs nog versterkt heeft. In de toekomst zal hierop zeer ernstig gelet dienen te worden. De eerste commissie heeft in totaal drie zittingen gehouden, waarvan de laatste uitsluitend aan discussies gewijd was, In het bijzonder is aandacht geschonken aan het gebruik van teleobjectie- ven bij de terrestrische fotogrammetrie en de heeren Prof. Baeschlin. Von Speyer en Berchtold hebben mededeelingen gedaan over hier mee in Zwitserland uitgevoerde proeven. Hierbij werden infrarood- opnamen gebruikt. Het wil mij voorkomen, dat deze methode, bij welke men een bergmassief van verschillende zijden op zeer grooten afstand fotografeert, slechts bij uitzondering voor practische kaarteering in aanmerking zal kunnen komen, Ook Prof. Baeschlin schijnt zich over de methode als zoodanig niet zeer hoopvol te heb ben uitgelaten. Bijzondere aandacht is ook geschonken aan het z.g. ..leichte Aufnahmeverfahren" van Prof. Richard Finsterwalder Hij heeft den nadruk gelegd op het verschil tusschen deze methode van terrestrische fotogrammetrie en de werkwijze, zooals die nor-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 99