4- z,3
2 r
123
1°. op bladz. 1, onderste regel, luidt het laatste lid van verge
rs Z'2
lijking (4) arg
2°. bladz. 2: in fig. 1 moet 99,-71 veranderd worden in 99,-1//, en
moet het teeken voor een rechten hoek bij A verdwijnen;
3°. bladz. 6, regel 5, 6 en 7: m en m^ moet zijn: lm2ry)d en
(m^id;
4°. bladz. 6, regel 12: aan het einde van formule (4) moet het
haakje worden gesloten.
Aan de orde wordt gesteld het eerste rapport over conforme aan
sluiting aan 3 punten van Prof. J. M. Tienstra.
Prof. T i e n s t r a, het woord verkrijgend, licht zijn rapport
nader toe. Spr. heeft in de eerste plaats willen nagaan de ver
vorming van de hoeken bij de conforme aansluiting volgens form.
(1). Hij heeft getracht in fig. 1 duidelijk te maken, waar het op
aan komt. De correctie aan een hoek van een willekeurigen drie
hoek is het hoekje, waaronder, van een vast punt A uit, de ver
bindingslijn van de middens der beenen gezien wordt. Dit geldt
streng.
Schols heeft de kwestie van den anderen kant aangepakt. Hij
begint n.l. de hoeken te corrigeeren volgens voorschrift. De correc
ties aan de hoeken van een driehoek worden evenredig genomen
met de projecties van de overstaande zijden op een vaste rechte.
De vraag is nu: wat is het effect hiervan op de coördinaten van
de punten?
De methode van Schols heeft de eigenschap, dat cirkels cirkels
blijven; we komen dus tot de transformatieformule (5). De eerste
methode voert streng tot formule (10), de tweede methode bij be
nadering.
De heer H o u b e n vraagt naar de grafische constructie van de
correcties aan de coördinaten. Hij vindt dit niet duidelijk aange
geven in het betoog van het rapport.
Prof. Ti ens tra zegt, dat door form. (10) het antwoord op
deze vraag is gegeven. Het is de gebruikelijke grafische methode.
De voorzitter stelt dan aan de vergadering de volgende con
clusie voor: