133 voor een elfde gebod aan de reeks toe te voegen en wel: „de land meter zal een grondig onderzoek instellen naar verloren gegane (onzichtbaar geraakte) grensteekenen". Dikwijls zal men, wanneer men met een spade het terrein bewerkt, de plaats kunnen zien, waar vroeger een greppel of iets dergelijks gelegen heeft. Zoo'n onderzoek levert vaak verrassende resultaten op. Conclusie. De door den heer Heines geformuleerde 10 geboden neemt de commissie over, onder aanteekening dat, het tweede gebod zal luiden: „Gij zult U van te voren op de hoogte stellen van alles wat het kadastrale en hypothecaire archief over de grens bevat, de gegevens combineeren en hun waarde on derling toetsen"; het wenschelijk wordt geacht de voorschriften voor den land meter zoodanig aan te vullen c.q. te wijzigen, dat deze bij grens- uitzetting ook waarde zal mogen hechten aan niet enkel tech nische gegevens; dat de landmeter ook den bodem zal onderzoeken naar mogelijke aanduidingen van verloren gegane grenzen. Rapport Mr. K. J. Bes. De heer Van Riessen gaat geheel met den heer Bes mee, maar hij wil toch opmerken, dat er zooveel tegenstrijdigs in onze administratie is, dat het aanbeveling verdient op dit gebied eerst eens schoon schip te maken. Den voorzitter lijkt dit onderwerp niet direct verband houdend met het rapport-Bes, waarmede de heer v. R. het niet eens blijkt te zijn. Wanneer er ooit een beroepsinstantie komt, zegt de heer R i e t- s e m a, moeten we meer mogen doen dan alleen werken met ka dastrale maten. Het is dan echter zaak de bevoegdheden van den landmeter nauwkeurig te omschrijven. Mr. J o n a s merkt op, dat er al een beroep op den landmeter is. Een nieuwe regeling lijkt hem dus overbodig. Ook ziet hij ver schil tusschen de regeling volgens de Wet op de Inkomstenbelasting en de opmeting van den landmeter volgens administratieve voor schriften. Daarom wil ook hij de taak van den landmeter precies omschrijven, waarbij een wettelijke omschrijving de voorkeur ver dient boven een administratieve. Mr. Bes betreurt het met den heer Jonas van meening te moe-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 131