137 mers gegeven door het onderscheid in maatschappelijken achter grond en historische wording; men verlieze in het algemeen toch niet uit het oog, dat het de wetenschappelijke beoefening van de kadastrale problemen ten goede zal komen, indien men t. a. v. de voornaamste punten een systematische vergelijking van het Indische met het Hollandsche stelsel niet nalaat. Dit zal, naar het mij voorkomt, ook de instemming hebben van de Vereeniging van Landmeters van het Kadaster in Ned.-Indië, welke immers ook deel uitmaakt van deze Federatie en welker le den, tenzij ze toevallig met Europeesch verlof vertoeven, in het al gemeen niet in staat zijn, de mondelinge besprekingen te volgen. Een voorstel om bij het komende Congres eens den nadruk te leggen op een vergelijking met het Indische stelsel, beveel ik daar om de Commissie ter bespreking aan. De heer Bes vraagt zich af of de bewaarder eigenlijk wel zoo lijdelijk is als men hem altijd doodverft. Hij geeft eenige voorbeel den, waaruit blijkt, dat de Zwolsche hypotheekbewaarder af en toe meer heeft van een brieschenden leeuw dan van een lijdelijken be waarder der Hypotheken. Men beroept zich altijd op een arrest van den Hoogen Raad, maar het is heel goed mogelijk, dat dit Rechtscollege op een of anderen dag een anderen koers inslaat en dan is het met den lijdelijken bewaarder gedaan. Daarom doen we misschien maar beter om zoo weinig mogelijk over die lijdelijkheid te praten en in de toekomst te blijven handelen, zooals tot nu toe door de meeste bewaarders gehandeld wordt. Conclusie. Naar aanleiding van het rapport-Van Riessen merkt de commissie op: le. dat een studie van de Indische administratie door de N. L. F. gewenscht moet worden geacht, zulks met het oog op de manier, waarop in Indië een oplossing is gevonden voor moei lijkheden, waarmee men hier te lande soms te kampen heeft; 2e. dat de lijdelijkheid van den bewaarder misschien meer een niet meer volkomen geldende oude theorie, dan werkelijkheid is. COMMISSIE IV Maatschappelijke Organisatie en Werkkring. De voorzitter opent de vergadering en deelt mede, dat bij de commissie buiten de twee gepubliceerde rapporten en de door hem opgestelde conclusies nog een schrijven is binnengekomen van den Voorzitter: Ir. Th. A. F. Funnekotter. Rapporteur: A. Scheffer.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 135