HO
De conclusies van Ir, Furinekotter komen dan in bespreking.
De heer Mr. Jonas stelt voor het woord „totaal" in: ,,de eischen
voor het inrichten der kaarten totaal onvoldoende geacht
te laten vervallen.
De heer Stoorvogel doet voorlezing van de door hem gefor
muleerde conclusie, die na eenig debat door de vergadering wordt
goedgekeurd.
Bij de tweede conclusie geeft Ir. Funnekotter een toelich
ting. Hij merkt op, dat Gedeputeerde Staten wel beschikken over
adviseurs op het gebied der volkshuisvesting (de inspecteurs van de
Volksgezondheid), maar dat er niemand is, die de deugdelijkheid
van de kaarten beoordeelt. Hij denkt zich nu een instantie, bijv. de
ingenieur-verificateur van het Kadaster, die de kaarten keurt. Deze
immers kan uitmaken of het plan, dat als grondslag heeft gediend,
deugdelijk is of niet.
Daar de woorden „kartografische verzorging" blijken tot ver
keerd begrijpen aanleiding te geven, worden deze na ampele dis
cussie veranderd in „deugdelijkheid
Met deze wijziging wordt de tweede conclusie aanvaard.
De heer Smit meent, naar aanleiding van de derde conclusie,
dat voor rooilijnkaarten een hermeten kadaster niet noodzakelijk is,
omdat, naar hij dacht, op die kaarten geen kadastrale perceelen be
hoeven voor te komen. Er blijkt echter een misverstand te bestaan,
daar sinds de laatste wetswijziging ook de kadastrale perceelen
daarop dienen voor te komen. Verder acht hij wel gewenscht, dat
de gemeenten beschikken over de kadastrale metingsstukken, mits
de gemeente over een deskundige beschikt. Hij knoopt daaraan
eenige beschouwingen vast over het ambt van den buitengewoon
landmeter van het Kadaster.
Ook de heer G o v e r s ziet geen bezwaar in het verstrekken
van kadastrale gegevens, mits er deskundigen over beschikken.
De heer De Boer acht hermetingen niet altijd noodzakelijk,
wel het beschikken over de kadastrale gegevens.
De heer Mr. Jonas houdt nog eenige beschouwingen over het
uitbreidingsplan en de rechtszekerheid daarvan.
De derde conclusie wordt daarna met eenige wijzigingen en aan
vullingen aangenomen.
De beschikbare tijd is dan bijna verbruikt, zoodat de conclusies
vier, vijf en zeven zonder eenige discussie worden aangenomen en
