154
keuring heeft zorg te dragen, dat die grenzen worden gekadastreerd,
welke als nieuwe eigendomsgrenzen in overgeschreven stukken
worden vermeld. Let wel: eigendomsgrenzen. Blijkens art. 161 I.K.
en art. 47 Wet G.B. wordt aan den grondeigenaar recht van re
clame toegekend indien hij niet van het op zijn naam geboekte stuk
grond het genot, dus het bezit, heeft. Terwijl de landmeter dus
eigendomsgrenzen opmeet, gaat de Wet op de G.B. van de ge
dachte uit, dat het Kadaster de bezitsgrenzen aangeeft. Dit klopt
niet. Deze controverse is slechts weg te nemen door de I.K. te her-
doopen in de I.L. (instructie landmeetkundige dienst) waarin dan
opgenomen moet worden een goed geregeld recht van reclame, met
als eerste instantie de landmeter. Zoolang de verouderde voorstel
ling van het Kadaster als instituut ten behoeve van de heffing van
grondbelasting blijft bestaan (en daarbij art. 47 e.a. G.B.), kan
men naast de I.L., als anachronisme, een I.K., bestaande uit enkele
artikelen, handhaven, waarin wordt aangegeven hoe voor een juiste
heffing van de grondbelasting moet worden gemeten.
Zwolle, Juni 1939.
G. K o re n, boekhouder ten kantore van de
Hypotheken, het Kadaster enz., Rotterdam
De uittreksels uit het kadastrale plan.
Een der werkzaamheden, die op de kantoren van de Hypothe
ken en het Kadaster met groote nauwkeurigheid verricht worden,
is het vervaardigen van gedeeltelijke kopieën van de kadastrale
kaarten op aanvrage van het publiek.
Deze kopieën worden vervaardigd door een der adjunct-com
miezen of rijksklerken, die de kunst van het kopieeren van kaarten
goed verstaat. Door den boekhouder worden de kopieën nagezien
en voor „extract conform' onderteekend. Met de handteekening
van den bewaarder der Hypotheken en van het Kadaster zijn deze
kopieën officieele uittreksels uit de kadastrale kaarten, die voor
verschillende doeleinden gebruikt worden.
Notarissen gebruiken deze kopieën bij het opmaken van de akten
Supplément au compte-rendu du congres 1939 de la Fédération Topométrique
Néerlandaise.