167
Nomogram Breedtebepaling op biz. 166. Het teeken van de correc
tie is in alle kwadraten negatief.
Nadat op deze wijze lengte, breedte en meridiaanconvergentie
zijn bepaald, is het berekenen van het azimuth van een hemel
lichaam uit de formule
sin w cos t tg ti cos w
cotg A nog slechts een eenvoudige zaak.
sin t
Om evenwel ook deze berekening nog te ontgaan, heb ik voor
het azimuth van de poolster nog het op blz. 168 en 169 gereprodu
ceerde nomogram geconstrueerd. Het bestaat uit twee gedeelten.
Het bovenste deel dient om met den cosinusregel uit declinatie, uur
hoek en breedte den zenithsafstand van de ster te bepalen. Het
onderste deel dient voor de bepaling van het azimuth uit de formule
sin A S'n f COS waarin t, S en z respectievelijk uurhoek, decli-
sin z
natie en zenithsafstand voorstellen.
Als voorbeeld bepalen we voor een plaats X 129000
Y 124000 het azimuth van deze ster op 2 April 1936 om
23"20 Amsterdamschen middelbaren tijd. De declinatie bedraagt
dan (Nautical Almanac) -j- 88°57'46",6 en de rechte klimming
1 "39m19s,89.
Amsterd. middelb. tijd 23ll20"
Verschil met Greenwichtijd 19in32\l
Greenwich middelb. tijd 23u00'"27s,9
Corr. voor 23u zonnetijd 3m46\699
27s 0s,074
0\9 0s,002
2/-t 1936 sterretijd om 0' G.M.T. 12u40m38 ,133 (N.A.)
Tijdversch. met Greenw. (nomogr.) 29m17s,02
Plaatselijke sterretijd 12 l14'"09s,83
Rechte klimming 1 "39,n 19 ,89
Uurhoek 10u34m49\94
declinatie S 88°57'46",6 (N.A.)
breedte cp -f- 53° 15' 183 (nomogram)
5+<p r= 142c 13'04",9
S cp 35°42'28,3
Deze waarden leveren in het nomogram een zenithsafstand van