193
Voor den landbouw is zekerheid van de productievoorwaarden,
dus een vaste grondrente, niet van belang ontbloot.
Voor de administratie is de vaste grondrente eveneens niet
kwaad. Thans bestaat nog steeds het risico, dat door een luttele
opcentenwijziging (in resultaat slechts een dubbeltjeskwestie) veel
rekenarbeid moet worden verricht, terwijl bovendien reeds het moe
ten wachten op deze altijd nog mogelijke wijzigingen den arbeid,
en daardoor de snelle uitreiking van de aanslagen belemmert.
Burgerlijke Grondrente is krachtens de bepalingen van het B.W.
afkoopbaar. Is er iets voor te zeggen om ook de tot Staatsgrond-
rente om te vormen Grondbelasting ongebouwd afkoopbaar te stel
len? Er zijn voorbeelden. Drie andere renten, Ruilverkavelingsrente,
Jacht- en Tiendrente, zijn eveneens afkoopbaar. Een direct voor
beeld vinden wij in het buitenland. Tijdens de Napoleontische oor
logen werd de Engelsche grondbelasting afkoopbaar gesteld. Thans
is zij voor een belangrijk deel verdwenen. (Zie hiervoor het proef
schrift van Mr. dr. A. v a n G ij n over „Herziening ongebouwd.
Of het wenschelijk moet worden geacht, dat voor de geheele
eventueele Staatsgrondrente de mogelijkheid tot afkoop wordt ge
schapen, zullen wij niet diepgaand bespreken.
De kip, die de eieren legt, snel afslachten is bedenkelijk. Zoodra
de eierenlegster is opgepeuzeld, staren de ook dan nog niet verza
digden met hongerige gezichten elkander aan en stamelen: „Wat
nu!"
Eventueele afkoop van de Staatsgrondrente behoort in ieder ge
val over een lange reeks jaren verdeeld te zijn.
Echter behoort zoo veel mogelijk bevorderd te worden het af-
koopen van een Staatsgrondrente, die rust op kleine perceelen lig
gende in de bebouwde kommen en met de daarop gestichte huizen
een geheel uitmakende.
De administratieve beslommeringen met dit kleingoed zijn vele
en onevenredig aan de er uit voortkomende belastingopbrengsten.
Wij toonen dit aan.
Het aantal perceelen in 1936 in de belasting ongebouwd aange
slagen was 4.828.771. Het aantal gebouwde perceelen 1.733.395.
Welke oppervlakte namen die gebouwde eigendommen in? Voor
erven van gebouwen was volgens de Statistiek in 1936 in gebruik
72203 ha, d .w.z. ruim 2 van het totaal der gecultiveerde en on
gecultiveerde gronden. Naar schatting zal dus ook ongeveer 2