20
verbonden is, dat men willens en wetens een toestand schept, die
afwijkt van den het rechtsgevoel bevredigenden feitelijken toestand.
Eventueel kan men, door het invoeren van consortstellingen in de
kadastrale registers doen uitkomen, dat de kadastrale toestand niet
beantwoordt aan den bezitstoestand. Doch deze consortstellingen
zullen, veel ingevoerd, het Kadaster tot een moeilijk te hanteeren
apparaat maken in de economische samenleving. En het zal, in
plaats van te leven in de maatschappij, aan beteekenis kunnen ver
liezen, omdat de administratie, zij het door buiten haar schuld ge
maakte fouten, in vele gevallen geen beeld meer geeft van datgene,
wat bij het publiek als eigendomstoestand leeft.
Het is m.i. de taak van een hermeting, om, indien het eenigszins
mogelijk is, den kadastralen toestand een afspiegeling te doen zijn
van dezen levenden eigendomstoestand.
b. De landmeter met de toepassing belast, brengt den kadastra
len toestand bij redres in overeenstemming met den toestand, zooals
deze hem door de partijen op het terrein wordt aangewezen, en
nadat hem gebleken is, dat partijen het onroerend goed in den thans
bestaanden toestand hebben gekocht, waaruit dus zou kunnen wor
den afgeleid, dat zij niet den wil hebben gehad iets anders te
koopen dan het thans bestaande perceel.
Op dit argument, ook genoemd in het artikeltje van den hypo
theekbewaarder C. J. Kluvers in dit Tijdschrift, jaargang 1938
blz. 77 en 78 kom ik nader terug.
Geldt deze m.i. aanbevelenswaardige oplossing van de moeilijk
heid dus voor perceelen die, oorspronkelijk cultuurperceelen zijnde,
met veranderde indeeling op het terrein tot eigendomsperceelen zijn
geworden, ook voor andere gevallen is, in overleg met de betrok
ken eigenaars, vaak een verouderde kadastrale toestand in over
eenstemming te brengen met een sedert meer dan dertig jaren be
staanden bezitstoestand.
Hoe vaak immers is mij reeds bij de hermeting van Amsterdam
gebleken, dat een klein gedeelte van een dikwijls theoretisch"
gevormd kadastraal perceel in gebruik is bij den eigenaar van een
aangrenzend perceel. Het oude archief constateerde reeds meer dan
dertig jaar geleden de afwijking tusschen de kadastrale en de ge-
bruiksgrens, welke laatste thans nog ongewijzigd op het terrein
aanwezig is. Men zou zich ook hier op het standpunt kunnen plaat
sen, dat handhaving van de oorspronkelijke kadastrale grens ge-