200 gewezen voordeelen bereikbaar zijn zonder dat daaraan een ook maar eenigermate belangrijke som moet worden ten koste gelegd. Ruilverkaveling. In de meeste landen komen gebieden voor, die wat betreft ver spreiding, vorm en grootte der aan één eigenaar toebehoorende per- ceelen, zeer ongunstig afsteken bij andere gebieden, die blijkbaar met meer overleg zijn ingedeeld. Wanneer we kaarten of luchtfoto's van deze twee typen van in deeling naast elkaar leggen, dan rijst de vraag: ,,Hoe komt het toch, dat die indeeling in het eerste geval zoo slecht is?" Het eerste wat opvalt is, dat de slechte indeeling meestal op de oudste en oudere gronden wordt aangetroffen. Het zou buitenge woon interessant zijn, na te gaan, hoe de bestaande eigendomstoe stand uit het grijze verleden is gegroeid tot wat zij op het oogen- blik is. We zouden dan zien, dat de grond niet zoo iets stars is als wij vaak wel meenen, maar dat juist de grond meegegroeid is met de menschen, dat het een levend organisme is als de menschen- maatschappij. In de vroegste tijden zien we in zeer langzaam tempo de woeste gronden door overleg en noesten arbeid herschapen worden in bouwland. Eerst de beste stukken, later de minder gunstig gelegen gronden. De verdeeling der gronden onder de in een gemeenschap samenwonende grondgebruikers, was in het algemeen logisch en rechtvaardig. Een enkelen keer werd slechts op de grootte der per- Les deux impöts fonciers (qui ont changé l'un ei I'autre). L'auteur conclut: A. L'impöt sur les propriétés non baties soit une rente constituée nationale avec faculté de rachat en premier lieu pour les immeubles dans les agglomerations ur~ baines et villageoises. B. L'impöt sur les propriétés baties soit transformé en impöt sur les batiments a payer par le propriétaire. Résultats: 1. Economie par suite de la reduction du travail officiel. 2. Plus de revenus pour l'Etat. 3. Equité. La rente invariable fut une süreté pour l'agriculture. L'impöt a payer par le propriétaire füt proportionnel a la valeur locative du batiment. Korte inhoud van een lezing, gehouden te Antwerpen door den heer A. Kruidhof, Lector aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen, op 24 Juni 1939, ter gelegenheid van het Jubileum congres van het Verbond van Belgische Maatschappijen van Landmeters (zie blz. 184).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 196