206
wijzen en tot dat bewijs moeten worden toegelaten.
355.
Het Hof te 's-Hertogenbosch (6 Dec. 1938) besliste een geschil over stroo-
ken grond van een particulier gelegen langs 2 openbare straten. De Gemeente
beweerde op verschillende gronden dat deze strooken tot den openbaren weg
behoorden.
De rechtsvoorganger van den tegenwoordigen eigenaar had bij akte van
12 December 1916 die strooken aan de Gemeente in eigendom afgestaan. Het
Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank, dat de Gemeente geen eige
naresse ervan is geworden. (Uit het arrest is niet te lezen waarom dit niet het
geval is.)
Verder worden door Hof en Rechtbank verworpen de stellingen, die de Ge
meente aanvoert om te besluiten tot de openbaarheid, zoodat de eischer in zijn
uitsluitend eigendomsrecht op de betwiste strooken wordt gehandhaafd.
378.
Dit nummer bevat een arrest van den Hoogen Raad (Strafkamer 23 Jan.
1939), waarin wordt bevestigd de opvatting van den kantonrechter, dat de
Poldervaart is een bevaarbare en vlotbare stroom, een vaarwater bestemd ten
algemeenen nutte, op grond van allerlei feitelijke gegevens door verschillende
getuigen medegedeeld.
456.
Het Hof te Amsterdam (23 Maart 1939) bekrachtigt een vonnis van de Rb.
aldaar, waarbij is beslist, dat X eigenaar is van een perceel, verkregen vanY,
die dit krachtens een schijnkoop op naam had gekregen. De notaris, die de akte
met den schijnkoop had verleden, was door den strafrechter veroordeeld.
De ooitpronkelijke eigenaar, die van X het vastgoed terugvorderde onder
verwijzing naar het strafvonnis, waaruit hij concludeerde, dat de eigendom door
dien schijnkoop niet kon zijn overgegaan, werd afgewezen met een beroep op
het beginsel, dat aan art. 1910 B.W. ten grondslag ligt.
Wel bevatte de akte een schijnkoop, maar ze was niet in dien zin valsch te
achten, dat de gerelateerde verklaringen niet werkelijk waren afgelegd, zoodat
uit het strafvonnis niet het bewijs voortvloeit, dat partijen bij die akte het niet
tegenover derden te goeder trouw hebben willen doen voorkomen, dat de ver
koop perfect was.
Waarom X, te goeder trouw van den ingeschreven eigenaar koopende en het
onroerend goed in bezit nemende, na overschrijving van den titel en betaling
van den koopprijs, als eigenaar moet worden aangemerkt.
505.
Arr. Rb. Rotterdam (16 Februari 1938). Een geschil tusschen verschillende
eigenaren gelegen aan een gang, eigendom van de Gemeente, door deze aan het
openbaar verkeer onttrokken en waarin één der buren met toestemming van de
Gemeente getimmerte heeft geplaatst en dwars over de gang een buis voor cen
trale verwarming heeft geleid.
Eischer verzoekt verwijdering van getimmerte en buis, omdat de gang zou zijn
een buurweg, waarvan de toestand niet dan met toestemming van alle geburen
kan worden veranderd.