LA ND MEE TKUNDE.
Evenwichtsverstoringen in de aarde.
Mijne Heeren Curatoren, Professoren, Lectoren,
Privaatdocenten en Assistenten der Technische
Hoogeschool, Dames en Heeren Studenten, Dames
en Heeren,
Hooggeschatte Toehoorders.
Gaarne maak ik gebruik van de gelegenheid die de aanvaarding
van mijn ambt als buitengewoon hoogleeraar aan de Technische
Hoogeschool mij schenkt, om U te spreken over een onderwerp dat
mij' sinds lang bezig houdt, het probleem der evenwichtsversto
ringen in de Aarde. Men zou kunnen meenen, dat dit onderwerp
ver staat van de stof die ik hier aan deze Hoogeschool doceeren
zal, doch een nadere beschouwing doet zien dat dit niet het geval
is. Het belangrijkste onderwerp dezer stof is namelijk het probleem
van de vormbepaling der Aarde, of, om het wat scherper weten
schappelijk uit te drukken, de vormbepaling van het de aarde om
spannende oppervlak van gemiddeld zeeniveau, dat den naam van
geoide ontvangen heeft. Dit oppervlak valt dus op zee met den
gemiddelden zeestand samen terwijl het te land door de aarde voort
gezet kan gedacht worden en daar als vergelijkingsvlak dienst doet
om de hoogte van het landoppervlak ten opzichte van zeeniveau te
definieeren. Zou de aarde geheel door water bedekt zijn en zouden
geen verstorende krachten werken, zooals atmosferische druk-
afwijkingen en eb- en vloedkrachten, dan zou het wateroppervlak
dus overal met de geoide samenvallen.
Uit deze definitie van geoide volgt dat deze op elk punt lood
recht op de richting van de zwaartekracht staat, m.a.w. dat zij een
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van
Buitengewoon Hoogleeraar in de Geodesie aan de
Technische Hoogeschool te Delft, op 2 November 1939
door Prof. Dr. Ir. F. A. V e n i n g M e i n e s z.