222
archipel te verrichten. Dit materiaal wordt nog aangevuld door de
zwaartekrachtsbepalingen van de Bataafsche Petroleum Mij. op
Java en Sumatra. Voor de interpretatie van het zwaartekrachts
materiaal heb ik het voorrecht gehad met twee geologen, Umb-
grove en Kuenen, samen te werken, zoodat het van alle ge
zichtspunten kon bekeken worden; voor deze waardevolle en tege
lijk zeer aangename samenwerking wil ik hier gaarne nog eens
mijn oprechten dank uitspreken.
Zooals de seismologische en geologische gegevens het reeds doen
verwachten, vertoont het zwaartekrachtsveld in den archipel groote
afwijkingen der isostasie, d.w.z. het drijvend evenwicht der aard
korst is hier sterk gestoord. Het meest in het oog springen strooken
van sterke tekorten aan zwaartekracht, een a twee honderd kilo
meter breed, die over grooten afstand te vervolgen zijn. Een loopt
van O.-Celebes tusschen de Minahassa en Halmaheira naar de
Talaud-eilanden en verloopt in de richting van den Filippijnentrog.
Een andere loopt over de eilanden west van Sumatra, over een
onderzeeschen rug zuid van Java en verder over Timor, de Tenim-
ber-eilanden en de Kei-eilanden; zij loopt zwakker door over Ceram
en vereenigt zich met de andere strook west van Halmaheira. De
strooken zijn in het algemeen aan weerszijden begeleid door velden
van een teveel aan zwaartekracht. West van Sumatra zijn de afwij
kingen minder sterk dan elders en het verloop is asymmetrisch:
naar den oceaan toe is de overgang naar het teveel aan zwaarte
kracht, dat ernaast ligt, geleidelijker dan aan de andere zijde. Het
zelfde vindt men boven den Filippijnentrog, waar het tekort trou
wens nog maar zeer zwak is. De velden van zwaartekrachtsteveel
zijn het sterkst in de Celebeszee, in de N.W.-Bandazee en in de
Z.O.-Bandazee, d.w.z. juist in die bekkens waar de zeediepte het
grootste is.
De strooken van zwaartekrachtstekort vertoonen een duidelijke
correlatie met de locatie der aardbevingscentra. Vrijwel alle centra
met uitzondering van die der diepe aardbevingen liggen over of in
de nabijheid van de strook, zoodat ook dit erop wijst, dat de aard
korstvervormingen in hoofdzaak in deze strook plaats grijpen. De
centra der diepe aardbevingen, d.w.z. die waarvan de haard 200
en meer km diep ligt, liggen nergens in de strook maar op een
afstand van vele honderden kilometers opzij ervan en meestal aan
de Aziatische zijde, n.l. in de Javazee, in de Bandazee en in de