23 of misschien art. 1215 B.W. hier van toepassing zou kunnen zijn. Het eigendomsrecht wordt hier door de verjaring tenietgedaan; ook de hypotheek wordt aan diezelfde tenietdoening onderworpen. Zon der op de juridische mogelijkheden nader in te kunnen gaan, meen ik, dat door deze interpretatie een het rechtsgevoel bevredigende oplossing zou zijn verkregen. Aanvaardt men echter eenmaal het standpunt, dat bij voltooide verjaring executie van de verjaarde strook niet mogelijk is, dan sluit dit in zich, dat bij de kadastrale toepassing ervan redres en geen verwijzing geboden is. Hadden de hiervoor genoemde voorbeelden betrekking op ge deelten van kadastrale perceelen, moeilijker wordt het een bevredi gende oplossing te vinden indien zich een geheel kadastraal num mer bevindt in andere handen dan van den kadastralen eigenaar. In sommige gevallen blijken deze perceeltjes van meestal slechts enkele centiaren niet genoemd te zijn in akten van overdracht, hoe wel zeker de bedoeling voorzat ze te transporteeren. In andere ge vallen weer worden ze in transportakten genoemd en blijkt uit een onderzoek, dat niet bedoeld is ze over te dragen, omdat ze buiten medeweten van kooper en verkooper reeds jaren lang in ongestoord bezit zijn van derden. Deze gevallen hebben zich in de praktijk van de hermeting Am sterdam reeds verschillende malen voorgedaan. Veelal is zoo'n per ceeltje het eenige eigendom dat nog op het leggerartikel van den kadastralen eigenaar voorkomt, en daar de verschuldigde grond belasting, die minder dan een dubbeltje bedraagt, niet wordt inge vorderd, weet hij van het bestaan van zijn „eigendom" niet af. Hij is daarom (indien hij althans nog te bereiken is) meestal wel bereid geen bezwaren te maken tegen een eenzijdige eigendomsverklaring van verjaring, die ingediend is door dengeen, die door verjaring eigenaar geworden is. Want deze eigendomsverklaring wordt slechts in de kadastrale registers toegepast, indien de kadastrale eigenaar zich hiertegen niet verzet. Mijn bezwaren hiertegen wil ik hierna nog nader uiteenzetten. Is de kadastrale eigenaar blijkens een vooronderzoek, dat zich eventueel ook tot de administratie van den Burgerlijken Stand kan uitstrekken, „onvindbaar", dan levert de indiening van de ver klaring voor den eigenaar-door-verjaring minder bezwaren. Want de hypotheekbewaarder, die niet anders kan doen dan aan het in den legger vermelde adres een kennisgeving sturen van de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 21