229 beteekenis voor; zij leeren ons iets over de krachten, die de oorzaak dezer enorme vervormingsverschijnselen der aardkorst zijn. Wij kunnen daardoor hopen iets dieper door te dringen in ons hoofd probleem der evenwichtsverstoringen in de aarde. De conclusie dat men in den archipel niet te maken heeft met een stelsel van lokale krachten, doch, voor zoover het het hoofdverschijnsel betreft, met een over groote uitgestrektheid werkende zelfde drukrichting, maakt het onwaarschijnlijk, dat men hier met oppervlakkig wer kende oorzaken te doen heeft. De in Indië gevonden resultaten zullen eerst hun volle beteekenis kunnen krijgen als het zwaartekrachtsonderzoek, in combinatie met geologisch en seismologisch onderzoek over alle orogenetische zones van de aarde kan voortgezet worden. Men mag hopen daar mede een beter beeld te krijgen, dan de geologie alleen kan geven, van de in de laatste periode der aardgeschiedenis nog werkende of gewerkt hebbende krachten. Of dit beeld eenigermate volledig zal zijn, kan nu nog niet voorspeld worden. Het is denkbaar dat er daarnaast nog vele krachtvelden zijn die tot geen orogenetische zones aanleiding geven, omdat de aardkorst in de betrokken ge bieden te veel weerstand biedt om ineengedrukt te worden. Wij kunnen echter zeker zijn, dat voortzetting der onderzoekingen over andere orogenetische zones belangrijk nieuw inzicht zal ver schaffen. Veel is reeds verricht. Door middel van drie zwaartekrachts expedities met Amerikaansche onderzeebooten, waarbij van Ameri- kaansche zijde in het bijzonder de namen te noemen zijn van Fred. E. Wright, H. H. Hess en M. E w i n g, is een groot aantal waarnemingen over het geheele gebied van West-Indië gedaan, die een goed inzicht in de zwaartekrachtsafwijkingen aldaar geven. Ook hier is bovendien van de geologie veel bekend; ik mag b.v. hier den naam van Rutten noemen, die met zijn leerlingen aldaar belangrijk werk gedaan heeft. Seismologisch is het tevens goed onderzocht. De seismische activiteit is wat geringer hier dan in O.-Indië en bevingen met diepen haard ontbreken, zoodat men vermoeden mag, dat hier in het huidige tijdvak minder krachtige vervormingen plaats vinden. Waarschijnlijk moet dit echter als een tijdelijke onderbreking beschouwd worden, want alles wijst erop, dat wij hier met een zeer werkzame orogenetische zone te maken hebben.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 225