234
krachten in de aardkorst, die de orogenetische vervormingen ver
oorzaken. Zeker moeten de horizontale gedeelten dezer stroomin
gen, die onder langs de aardkorst strijken, daarop groote horizon
tale krachten uitoefenen. Voert men hierover een berekening uit,
dan vindt men dat de stroomingssnelheid van de orde van enkele
cm per jaar is en dat de in de korst veroorzaakte krachten duizend
en meer kilogram per vierkanten centimeter kunnen bedragen. Dit is
ruim voldoende om groote vervormingen begrijpelijk te maken. De
toekomst zal moeten leeren of deze hypothese te handhaven is en
of zij dus zoowel voor de in de aardkorst werkende krachten als
voor de uit de velden van zwaartekrachtsafwijkingen volgende
evenwichtsverstoringen in de aarde een bevredigende verklaring
kan geven. Voorloopig is zij niet meer dan een speculatieve
hypothese.
Tenslotte wil ik nog een oogenblik Uw aandacht vragen voor
een derde groep van verschijnselen, die op diep liggende even
wichtsverstoringen in de aarde wijst, de aardbevingen met diepen
haard. In de laatste jaren is gebleken, dat een gedeelte der aard
bevingshaarden op groote diepte, n.l. van 200 tot 700 km ligt. Deze
ontdekking heeft algemeen groote verbazing gewekt, daar men
steeds gemeend had, dat de plasticiteit der gesteenten op die diepte
zou moeten verhinderen, dat de spanningen zouden aangroeien
tot waarden, die tot een schoksgewijze vereffening zouden leiden.
Toch blijkt dit het geval te zijn en het karakter der beweging blijkt
dat van afschuiving te zijn. Men neemt nu aan, dat de groote
viscositeit der gesteenten, gepaard aan den grooten druk waar
onder het verschijnsel optreedt, een schoksgewijze beweging kan
verklaren mits de afschuivingssnelheid een zekere kritische waarde
overschrijdt. Deze opvatting wordt gesteund door de resultaten
van afschuivingsproeven in Amerika bij zeer hoogen alzijdigen druk
van 50.000 atmosferen gedaan, waarbij ook scherpe discontinuïtei
ten in de beweging gevonden werden. Men zou dus de meening
kunnen verdedigen, dat deze aardbevingen daar optreden, waar de
verandering van de snelheid van beweging, de snelheidsgradiënt
dus, in een richting loodrecht op die snelheid een bepaalde grens
overschrijdt. De onderstelling mag wellicht geopperd worden, dat
men hier te maken heeft met stroomingsbewegingen, zooals hier
boven ondersteld werden.
Merkwaardig is de plaats, waar deze aardbevingshaarden aan-