236
te betuigen voor de taak, die Zij mij door mijne benoeming tot
Buitengewoon Hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool op de
schouders heeft willen leggen. De herinnering aan de schoone en
bezielende woorden, die Hare Majesteit in het najaar van het
vorige jaar tot Haar volk gericht heeft, zal mij een aansporing te
meer zijn aan deze taak in dezen geest met Gods hulp mijn beste
krachten te wijden.
Mijne Heeren Curatoren der Technische Hoogeschool.
Ook tegenover U wil ik mijn verheuging uitspreken hier tot een
belangrijken arbeid te zijn geroepen; ik wil U de verzekering geven
dat ik mij met volle toewijding aan dezen arbeid zal geven. Het
verheugt mij dat mijn benoeming mij als docent terugroept aan de
instelling, waaraan ik mijn vorming te danken heb en waaraan ik
zulke mooie herinneringen bewaar. Ik waardeer Uw vriendelijke
ontvangst en ik beveel mij gaarne in Uw steun aan. De oude her
inneringen, die mij, Mijnheer de Secretaris van het College van
Curatoren, met U verbinden en de wijze waarop U mij thans tege
moet zijt getreden, zijn mij een waarborg, dat ik ook in de toekomst
nimmer tevergeefs een beroep op Uwe medewerking zal doen.
Mijne Heeren Professoren der Technische Hoogeschool.
Het is mij een voorrecht heden officieel in Uw kring binnen te
treden. Met verschillenden Uwer verbinden mij reeds banden van
vriendschap en ik ben zeker, dat de nauwe aanraking waartoe mijne
benoeming mij de gelegenheid schenkt, deze nog nader zal doen
aanhalen en nieuwe zal doen vormen. In het bijzonder richt ik deze
woorden tot U, mijne Heeren Professoren der Waterbouwkundige
Afdeeling, die mij een zoo welwillende ontvangst in Uw midden
hebt willen bereiden; ik gebruik gaarne deze gelegenheid U daar
voor mijn erkentelijkheid te betuigen.
Waarde Schermerhorn.
Met bewondering heb ik gadegeslagen wat gij gedaan hebt om
het U toevertrouwde onderwijs in de Geodesie aan deze Hooge
school tot ontwikkeling te brengen. Gij hebt daarmede een groote
taak verricht, waarvoor wij U allen dankbaar mogen zijn en in het
bijzonder is dat het geval voor de Nederlandsche geodeten. Zoo-