237
wel in maatschappelijk als in wetenschappelijk opzicht hebt gij daar
mee belangrijk werk verricht; de Maatschappij zal geodeten tot
haar beschikking krijgen wier kennis en bekwaamheid op een dieper
en breeder grondslag berust, de geodetische wetenschap zal de
vruchten plukken van deze verdieping en verbreeding van het on
derwijs in hare beginselen. Het stemt mij tot groote voldoening
geroepen te zijn aan dit onderwijs mede te werken en aldus Uwe
plannen te kunnen steunen en helpen verwezenlijken. Het verheugt
mij tevens dat daardoor onze nauwe vriendschapsbanden verder
aangehaald en bevestigd zullen worden.
Ik waardeer het, collega T i e n s t r a, daardoor ook met U in
nadere aanraking te zullen komen en onze vriendschappelijke sa
menwerking verder te kunnen ontwikkelen.
Excellenties, V ice-admit aal Furstner en Vice-admiraal Vos.
Zeer stel ik het op prijs dat U heden bij deze plechtigheid aan
wezig wilt zijn, omdat het mij de gelegenheid schenkt hier tot U,
als vertegenwoordigers der Koninklijke Marine woorden van dank
te richten voor alles, wat de Marine gedurende vele jaren voor het
wetenschappelijk onderzoek verricht heeft, waaraan ik mijn leven
gewijd heb. Nimmer nog is het voorgekomen, dat een Marine be
reid geweest is op zoo groote schaal hare medewerking voor de
wetenschap te verleenen. Zelden ook heeft een onderzoeker zoo
uitgebreide mogelijkheden voor zijn arbeid gekregen als voor mij
het geval geweest is. Van wat ik hier heden besproken heb berust
veel op het groote waarnemingsmateriaal dat aldus verkregen is en
hetzelfde is het geval met talrijke buitenlandsche onderzoekingen
en artikelen van den laatsten tijd.
Het zal niemand verwonderen, dat gevoelens van groote dank
baarheid mij vervullen en dat het mij verheugt daar heden tegen
over U uiting aan te kunnen geven. Ik denk daarbij niet in de
laatste plaats aan mijn reisgenooten en vrienden Commandanten,
Officieren, Onderofficieren en Manschappen der onderzeebooten,
die voor mijn onderzoek zware lasten op zich hebben genomen en
die daartoe steeds opnieuw bereid waren; ik breng hun daarvoor
mijn oprechten dank en tevens breng ik hun een welverdiende
hulde voor wat zij daarbij als Nederlandsche zeevaarders en tech
nici gepresteerd hebben.