w-,A Ï//S///////A 25 het oorspronkelijke bouwterrein. Op het tijdstip van de hermeting bestaat dit perceeltje nog steeds en is het het eenige eigendom van den kadastralen eigenaar in de gemeente. Bij meting op het terrein blijkt nu, dat de gezamenlijke diepte van de perceelen I en II juist 40 meter bedraagt, zoodat de lijnen AB en CD samenvallen en het geheele kadastrale perceel tot een grootte nul ineenschrompelt Iedere verwijzing is hier foutief en zou, ingeval van hypothecaire bezwaardheid van het strookje, zelfs funest kunnen werken. Hier is uitsluitend redres op haar plaats. Het strookje gaat niet naar een ander perceel. Op dezelfde wijze als het tot samenvalling komen van de lijnen AB en CD in het hierboven beschreven voorbeeld, denk ik me den gang van zaken bij een verjaringsgeval. Ook hier schrompelt het perceel tot niets ineen en komen, zonder dat van een nieuwen titel sprake is, de rechtsgrenzen AB en CD tot samenvalling. Zooals ik reeds mededeelde stel ik mij als ideaal van een her meting, dat de door het Kadaster vastgestelde grenzen ook in het publiek, dat met onze administratie te maken heeft, leven als eigen- domsgrenzen. En ik moge, ter bereiking van dit ideaal, een zekere vrijheid van handelen van den kadasterambtenaar propageeren. Ik wil hierbij geenszins een methode voorstaan, die bij een hermeting alle bezitsgrenzen zonder behoorlijk onderzoek tot eigendomsgren- zen promoveert. Deze methode is funest en getuigt van weinig ver- A D fig.2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 23