247
r—i pi—d'
kaarteert men dan de rechte:
n(l' I) np I rid',
waarin men stelt: y n(l'—l), terwijl x l blijft.
Dit wordt ook bereikt door l uit te zetten op schaal 1 a s en l'l op
de schaal 1 a Stelt men b.v. s 2500, n 10, dan worden de
n
ordinaten gekaarteerd op de schaal 1 a 250. Uit practische over
wegingen houdt men voor de x-as in den regel de kaartschaal aan.
Bij zeer lange meetlijnen verdient het soms aanbeveling een kleinere
schaal te kiezen.
Het volgende voorbeeld licht het vorenstaande nader toe.
Fig. 3 geeft een deel van een veldwerk van het laatste examen
voor landmeter van het kadaster, fig. 4 het daarbij behoorende deel
der hulpkaart. In deze hulpkaart is de meetlijn op de gebruikelijke
wijze gekaarteerd. Uitgaande van het met een beginpijltje aange
duide punt, dat volgens den eersten, globalen indruk zal samen
vallen, althans in de nabijheid zal liggen van het in de kaart nog
niet nauwkeurig bepaalde beginpunt der meting, worden de afstan
den tot de snijdingen met de kadastrale grenzen of de verlengden
dier grenzen uitgepast. Deze uitgepaste afstanden l' zijn op de hulp
kaart naast de snijdingen ingeschreven. Op de hulpkaart zijn twee
vereffeningen uitgevoerd. Wij bepalen ons thans tot die, gelegen
rechts van die meetlijn. Met het beginpunt der uitpassingen als nul
punt worden in de meetlijn, volgens de schaal der hulpkaart, i.e.
1 a 2500, de gemeten afstanden l uitgezet; in deze laatste punten
cp schaal 1 a 250 vervolgens de ordinaten l'—l. De aldus verkregen
punten der grafische voorstelling zijn aangegeven met een vol of
een open cirkeltje, al naar gelang ze betrekking hebben op een aan
gemeten grenspunf of op de aangeteekende kanten van een grens
strook, b.v. de kanten van een sloot. In dit laatste geval zijn de
beide slootkanten in de grafische voorstelling duidelijkheidshalve
door een volle lijn verbonden. De zware streeplijn is tenslotte de
op het oog getrokken „correctielijnHet verdient aanbeveling bij
het zoeken van deze lijn een doorschijnenden celluloid driehoek
te gebruiken.
Voor nieuw te kaarteeren grenspunten vinden we nu de cor
rectie, welke aan het meetcijfer moet worden aangebracht om het