26 antwoordelijkheidsgevoel. Ik wensch slechts verouderde toestanden, die niet meer leven in het rechtsbewustzijn van de eigenaars, niet dan na behoorlijk onderzoek, uit de kadastrale administratie te ver wijderen, zonder dat het noodzakelijk is hierbij het publiek te ver plichten een akte in te leveren. Men werpe mij niet tegen, dat ik hierbij weinig juridisch gevoel toon. Onze kadastrale administratie is geen juridische zaak. Ik wil in het volgende, aan de praktijk ont leende voorbeeld, mijn bedoeling nader toelichten. Achter de erven van een rij van vijftien huizen behoorende aan drie eigenaars, ligt een strook grond van 75 meter lengte en ter breedte van 1.50 meter. Deze strook staat ten name van de gemeente Amsterdam, die het kadastrale nummer, waarvan de strook deel uitmaakt, kocht in 1902. Tien jaar na den aankoop (in 1912) komt de Gemeente tot de ontdekking, dat zij van de bewuste strook het bezit niet heeft, want deze is reeds lang (sedert 1895) in gebruik bij de drie eigenaars van de aanliggende huisperceelen, ieder voor zoover zijn eigendom strekt. In 1912 stelt de Gemeente tegen de eigenaresse, die het grootste gedeelte dezer strook in ge bruik heeft, een eigendomsactie (geen bezitsactie) in. Het gevoerde proces wordt door de Gemeente verloren, waarbij de Rechtbank te Amsterdam in haar vonnis van 15 Mei 1913 overweegt, dat op het moment van den aankoop door de Gemeente, het terrein reeds door schuttingen was afgescheiden, zoodat de Gemeente niet den wil kan hebben gehad de strook te koopen, want dat, indien deze wil tot koopen van de bewuste strook zou hebben bestaan, dit zeker in de akte tot uiting zou zijn gebracht. Het in de akte genoemde kadastrale nummer ziet de Rechtbank in haar vonnis vrijwel voor bij, daar dit volgens haar in de akte slechts wordt genoemd, omdat de notariswet daartoe den notaris verplicht. Hoofdzaak is de be doeling van partijen, waarop ik ook de aandacht heb gevestigd op blz. 20, en waarvoor de heer K 1 u v e r s in dit Tijdschrift reeds een lans heeft gebroken. De Gemeente heeft dus blijkens dit vonnis den eigendom van de bewuste strook niet. Het is logisch de bezitters ten tijde van het proces of hun rechtsopvolgers als eigenaars te beschouwen. Niet temin staat het bewuste perceelsgedeelte nog altijd ten name van de Gemeente Amsterdam. Aan dezen ongewenschten toestand is aan de hand van de bestaande voorschriften kadastraal weinig te doen. Ik zou in dergelijke gevallen een verruiming van de voor-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 24