262
2. Boekbeoor deelingen.
De NK 2 is bedoeld voor nauwkeuriger werk. De vergrooting is 24 maal bij
een objectiefopening van 36 mm. Voor de instelling van het niveau (hoekwaarde
30"/2 mm) is de bekende prismaconstructie toegepast, waarbij twee halve bel-
uiteinden naast elkaar worden geprojecteerd in het veld van een in het niveau
huis aangebrachte loupe.
De NK 3 tenslotte, voor nauwkeurige technische waterpassingen, peilover-
brenging over groote afstanden, etc., heeft een soortgelijke constructie voor het
niveau, maar het beeld wordt gezien door het oculair van den kijker, zoodat
niveau en baak practisch gelijktijdig kunnen worden waargenomen. De kijker-
vergrooting is 30 maal, de objectieopening 45 mm en de hoekwaarde van het
niveau 20"/2 mm. Dit instrument kan voor nauwkeurigheidswatêrpassingen wor
den geleverd met een optischen micrometer vóór het objectief, waardoor kan wor
den afgelezen tot 0,05 mm. Hierbij behoort een invarbaak met 0,5 cm-verdeeling
te worden gebruikt.
Alle drie typen kunnen worden uitgevoerd met een horizontalen rand.
R. R.
Carl Zeiss, Jena.
Geo 2/2 ho//. Geodetische Instrumenten.
In dezen fraaien in het Nederlandsch gestelden catalogus zijn alle afbeeldingen
van instrumenten als anaglyphen afgedrukt. Bij het bekijken van deze afbeel
dingen met een der bijgevoegde rood-blauwe brillen krijgt men een plastischen
indruk van de afgebeelde instrumenten. De Nederlandsche vertegenwoordiging
(Zeiss Ikon N.V. Amsterdam) verzoekt mij te vermelden, dat zij den cata
logus op verzoek gaarne aan ernstig geïnteresseerden toezendt. F. H.
Dr. Phil. h.c. W. Jordan Dr. Dr -Ing. e. h. O. Eggert.
Handbuch der Vermessungsktinde. Dritter Band. Erster Halb-
band. Landesvermessung, spharische Berechnungen und astrono
mische Ortsbestimmung. 8e druk. VIII 590 76 blz., 16X24
cm. J. B. Metzlersche Verlagsbuchhandlung, Stuttgart. 1939. Prijs
geb. RM 30.50, ing. RM 27.50.
Het oude derde deel van dit handboek moest door de vermeerdering van den
inhoud in twee gedeelten worden gesplitst. 'Dit eerste halve deel bevat de be
schrijving van de veldwerkzaamheden voor een hoofdtriangulatie voor zoover
niet in deel II behandeld, de theorie van de trigonometrische berekeningen
op den bol en een geheel nieuw hoofdstuk (ongeveer 150 pagina s) over de
astronomische plaatsbepaling.
De behandeling van de hoofdtriangulatie heeft zeer aan beteekenis gewonnen,
doordat thans ook behandeld zijn het onderzoek van de randfouten volgens de
methode Heuvelink en de bepaling van de lengte van den meter in lichtgolven.
De belangrijkste aanvulling van de stof, op dit gebied betrekking hebbend, wordt
wel gevormd door een uitvoerige en zeer volledige behandeling van de basis
meting volgens Jaderin.