28
aanslag oninvorderbaar blijkt?
Zooals ik reeds mocht uiteenzetten zou ik de veranderingen bij
redres, dus zonder verwijzing opgelost willen zien.
Afgezien van de bezwaren er aan verbonden wegens de besmet
ting met hypotheek, is althans voor mijn gevoel de indiening van
een eigendomsverklaring van verjaring reeds daarom onbevredi
gend, omdat zij op initiatief van den belanghebbende zelf, onmid
dellijk na voltooide verjaring ingediend, bij mij twijfel zou kunnen
doen rijzen aan de goede trouw van den bezitter, terwijl de op in
stigatie van het Kadaster ingeleverde verklaring slechts een
„vriendelijkheid" van den belanghebbende is aan de kadastrale ad
ministratie. Want niet door dezen „titel" doch door de niet met
titel aan te toonen verjaring (art. 2000 B.W.) is de eigendom
overgegaan.
Bovendien eischt zij althans niet het „veto" van de partij ten name
van wie het perceel in den kadastralen legger staat geboekt. Het
ongemotiveerde: „neen" is voldoende om een overboeking van het
perceel op den werkelijken eigenaar na te laten. Want zou het in
het hiervoor beschreven voorbeeld van de Gemeente Amsterdam
geen dwaasheid zijn, wanneer zij, met een dergelijk vonnis tegen
zich, naar aanleiding van een eventueel door de rechthebbenden in
te dienen eigendomsverklaring van verjaring, aan den hypotheek
bewaarder zou berichten tegen de voorgenomen overboeking be
zwaar te hebben, en deze hierin zou moeten berusten?
Is een dergelijke handelwijze in dit geval niet te verwachten, uit
gesloten lijkt het me niet in het volgende aan de praktijk ontleende
voorbeeld (zie fig. 2).
Eigenaar P bezit de perceelen I en II. Op het perceel I, waarop
hij een huis sticht, vestigt hij een hypotheek. Ten gevolge van een
grensregeling met de Gemeente verkrijgt hij aan de straatzijde het
onbezwaarde perceeltje II ter grootte van 2 centiaren. Ongeveer
35 jaar geleden wordt perceel I wegens niet voldoen van hypotheek
rente en aflossing geëxecuteerd. De nieuwe eigenaar en zijn rechts
opvolgers hebben ook het strookje II al dien tijd als eigenaars in
bezit gehad, zoodat hier zeker van verjaring gesproken kan wor
den. De oorspronkelijke eigenaar, te wiens name het strookje II nog
steeds staat, heeft in dit stadsdeel geen verdere eigendommen. Af
gezien van mijn principieele bezwaren, lijkt me het indienen van
een eenzijdige eigendomsverklaring van verjaring onjuist omdat het