274
Grondregister, dat hiermede correspondeert, met andere woorden
het kaartblad en het bijbehoorende perceelregister vormen samen
een volledig en handig overzicht, waaruit met één oogopslag kan
worden gezien welke perceelen behooren tot een bepaald geregis
treerd goed. Dit systeem wordt genoemd: „Index and General Map
with Parcels Index" en is zeer eenvoudig en practisch in het ge
bruik.
De Engelsche administratie is gecentraliseerd in Londen en de
Grondregistratie omvat het kaartwerk en de administratie in éen
dienst, evenals in Nederland en Zwitserland. Ook het juridische
deel van het Grondregister is zeer overzichtelijk, omdat het wordt
gehouden in kaartvorm met één kaart voor eiken titel. Er zijn echter
2 registers 1 voor eigendom en 1 voor pacht) wegens het dualisme
in de rechten op den grond.
Terwijl alle administraties op het continent (of waarschijnlijk
allemaal) voor het publiek in het algemeen toegankelijk zijn, ont
moeten we in Engeland weer den eeuwenouden geest van: „My
house is my castle", in zooverre alleen de eigenaar zelf of zijn spe
ciaal aangewezen rentmeester bevoegd is het register te raadplegen.
De Grondregistratiewet 1925 geeft aan het Gouvernement de
bevoegdheid om van Januari 1936 af tot kadastreering te verplich
ten, zelfs als de Graafschapsraad er tegen mocht stemmen. Het zal
zeer belangwekkend zijn na te gaan in hoeverre de Staat van deze
bevoegdheid gebruik zal maken.
De werkzaamheden van de landmeters worden in aanzienlijke
mate beïnvloed door het officieele stelsel dat in elk land bestaat.
Waar de landmeters Staatsambtenaren zijn, wordt de omvang
van hun werkzaamheden bepaald door dit systeem, d.w.z. hun werk
is alleen of voornamelijk beperkt tot datgene wat noodig is om
transacties in onroerend goed te administreeren; in landen waar de
ruilverkaveling bij de wet geschiedt, zullen ze geheel door dit werk
in beslag worden genomen, in sommige gevallen nog aangevuld
met ontginning en drooglegging van gronden, aanleg van wegen en
dergelijke. Hun opleiding zal dus ook zeer verschillend zijn; wis
kunde en landmeetkunde zullen in de meeste landen de hoofdzaak
vormen, terwijl in andere landhuishoudkunde en rechtsstudie in de
opleiding zijn opgenomen.
B. OPMETINGEN IN HET ALGEMEEN.