I
280
en C. Bereken BD, afgerond op links.
3. (Punten: 20.) Fig. 9. De oppervlakte van ABCD is 2 acres
Bereken lengte en richting van AB en BC.
4. (Punten: 20.) Fig. 10. BD DC 16 9. Bereken de opper
vlakte van ABC, afgerond op perches.
5. (Punten: 15.) Fig. 11. Zet drie perceelen uit langs Govern
ment Road, zoodat de haaksche breedte van elk perceel gelijk is aan
de helft van zijn gemiddelde diepte. Bereken de frontbreedte van
elk perceel.
6. (Punten: 15.) Fig. 12. Wegens de verspringing op de grens
van de Crown Lands, moet de weg, ter breedte van 2 chains, ver
anderd worden zooals is aangeduid met de stippellijnen. Bereken
AC en lengte en richting van DF.
Vrijdag 10 Maart, 9 v.m. tot 1 n.m. Astronomie en geodesie.
Neem aan, dat de aarde een bol is met een straal van 3958 miles.
1 tot en met 5. (Punten: 61.) Vraagstukken betreffende tijd, cul
minatie van een ster, richting van schaduw op een zeker tijdstip,
berekening van azimuth en afstand langs den grooten cirkel van
een zeker punt tot Greenwich.
6. (Punten: 13.) Van een boldriehoek ABC is de zijde
a 151.673.29 feet en de waargenomen hoeken zijn:
A 66°24'37.25"; B 50°1'15.78"; C 63°34'9.69". Aan de
bepaling van A is een tweemaal zoo groot gewicht gegeven als aan
die van B en van C. Bereken sferisch exces, corrigeer de hoeken
en bereken de lengten van b en c.
7. (Punten: 13.) Wat wordt bedoeld met een zenithprojectie?
Onderscheid de volgende zenithprojecties: gnomische, stereogra-
fische, Clarke's minimum fout- en orthografische projectie. Bepaal
in een stereografische projectie (centrumschaal 1 inch op 1
pool centrum, centrale meridiaan meridiaan van Greenwich),
de coördinaten van het punt 82° N., 68° W.
8. (Punten: 13.) Twee stations A en C (onderlinge afstand 64
miles) liggen resp. 598 en 1957 feet boven zeeniveau. Er tusschenin
ligt op 53 miles van A een heuvel, hoog 1,352 feet. Op welke
hoogte gaat de vizierlijn AC langs den heuvel? Neem aan, dat de
refractie langs de aardoppervlakte 1/7 van de kromming bedraagt
Vrijdag 10 Maart, 2 n.m. tot 5 n.m. Stedebouw.
1. (Punten: 15.) Welken invloed heeft de topografie op de
algemeene ontwikkeling van een stad?