281
2. (Punten: 15.) Noem in het kort enkele stedebouwkundige
problemen, die door het motorvervoer a) zijn opgelost, b) zijn ge
schapen.
3. (Punten: 10.) Welke afschuining van straathoeken (met op
gave van redenen) is vereischt in a) steden, b) voorsteden, c) lan
delijke gebieden.
4. (Punten: 15.) Verdeel een uitgestrekt terrein, regelmatig af
dalende naar het Noorden onder een helling 1 10, in goede woon
blokken.
5. (Punten: 10.) Welk gedeelte moet voor park gereserveerd
worden in woonbuitenwijken en hoe groot moet de onderlinge af
stand van de parkoppervlakken zijn?
6. (Punten: 10.) Maak een lijst op van schadelijke bedrijven
en beschrijf, wat U er mee zou doen in een moderne stad.
7. (Punten: 10.) Maak een schets van een U bekend knooppunt
van zes straten. Beschrijf het verkeersprobleem en geef de beste
oplossing aan.
8. (Punten: 10.) Spoedig zal zich het probleem voordoen van
de snijding van twee hoofdverkeerswegen met zwaar snelverkeer.
Welke oplossing zou U aan de hand doen?
9. (Punten: 5.) Geef twee voorbeelden van kruisingen met een
hoofdverkeersweg met tramwegen en bespreek de verdiensten er
van.
Zaterdag 11 Maart, 9 v.m. tot 12 v.m. Natuurkunde, geologie,
boschbouw. Totaal 100 punten.
F. H.
Literatuuroverzicht.
Dr. Fred. Schuh, Leerboek der nieuwe vlakke driehoeks
meting. 64 figuren en 625 vraagstukken, benevens vraagstukken
der examens Wiskunde K I en L. O. 19041938; XVI318 blz.,
15 X 23 cm. G. B. van Goor Zonen, Den Haag. 1939. Prijs geb.
5.90.
Het kenmerkende van dit werk blijkt wel het best uit de volgende woorden
van den schrijver, die in de inleiding te lezen zijn:
„Het zwaartepunt van het boek is gelegen in hoofdstuk XIV, waar de hoofd-
„formules der trigonometrie overeenkomstig de algemeen gehouden teekenaf
„spraken worden afgeleid. In het bijzonder zij gewezen op den sinusregel en de
„wijze waarop deze gehanteerd moet worden, nl. lettend op de teekens."