37
ger gemaakte legaten.
Een uitvoerige bespreking van een proefschrift: „De Heerlijkheid Altena en
de veer-en vischrechten op het boveneinde der Merwede" verdient de aandacht
van onze lezers, die over Heerlijke Rechten iets meer willen weten (schrijver
K. N. Korieweg, beoordeelaar Mr. F. A. Holleman), No. 3600.
Nederlandsche Juriprudentie (aangehaald: jaartal en No.).
1938/609. De Rechtbank te Utrecht vonniste, dat in een bepaald geval een
wetering gemeenschappelijk eigendom was, dat er geen titel ten bewijze van
het tegendeel bestond en dat als teeken (706, 707 B.W.) niet kon gelden, dat
gedaagde sinds jaren de door hem uitgediepte bagger zich toeeigende. Interes
sant is nog de volgende overweging: dat de wetering kadastraal bekend is Ge
meente Langbroek, Sectie A No. 33 ten name van de Gemeente Langbroek, doch
dat de partijen (Van R. en Van C.) ten deze eenstemmig van oordeel zijn, dat
deze Gemeente niet is de eigenaresse, zoodat dit in dit geding als vaststaande
moet worden aangenomen.
No. 650. Hier wordt een Gemeente veroordeeld wegens onvoldoend onder
houd van een haven, waardoor een schip, waaraan door den havenmeester een
bepaalde ligplaats is aangewezen, bij eb op een bult komt te zitten en ernstig
wordt beschadigd, doordat de zware lading keisteenen het schip verwringt. Als
exploitante van de haven neemt de Gemeente deel aan het maatschappelijk ver
keer evenals een privaat persoon en is dus schadeplichtig ex art. 1401 B.W.
No. 668. De President van de Rechtbank te Alkmaar verbiedt in kort geding
het bouwen van een huis en schuur binnen den cirkel van een kooirecht, hoewel
aanvankelijk de kooiker geen bezwaren tegen het bouwen maakte. Een en ander
op grond van art. 35 der Jachtwet 1923.
No. 673. In een geval van „noodweg" wordt beslist, dat als eischer een stuk
land heeft, gelegen aan den openbaren weg, hij voor zijn enclave alleen recht
heeft op uitweg via dat stuk land, tenzij deze uitweg aan het te passeeren
vreemde land meer schade zou doen dan een andere uitweg, of als de enclave
dan niet loonend zou zijn te exploiteeren.
No. 699. Over verzwaring van een erfdienstbaarheid is een uitspraak ge
geven, dat het niet geoorloofd is een voetpad ten behoeve van een woonhuis te
gebruiken als het huis is verbouwd tot een filiaal, werk-, wasch- en bergplaats
en dus het gebruik veel drukker is geworden. De President van de Rechtbank
te 's-Gravenhage beveelt staken van dit gebruik op andere wijze dan de erf
dienstbaarheid toelaat.
No. 755. De eigenaar, die weigerde een radiokabel aan zijn huis te laten aan
brengen en deswege zijn huis omringd zag door palen, heeft een interlocutoir
vonnis van de Rechtbank te Almelo gekregen, dat hij mag trachten te bewijzen
door getuigen, dat de wijze waarop de kabel thans om zijn huis is geleid (over
de stellage van planken en palen) zonder redelijk belang voor de uitvoerders
was en alleen gekozen, om eischer te benadeelen en tot toegeven te dwingen.
Aanvechtbaar komt ons voor de overweging, dat het voortgeleiden van den
radiokabel, doel van de stellage, betrof een „algemeen belang".
No. 780 bevat een uitspraak over art. 1507 B.W., waarin de Rechtbank tot