46 of R' i; 2? XI- 2 XI f x; -2 XI R' I', -XI y2 XI 5-ji- XI. Op overeenkomstige wijze leiden we af uit de vergelijking Z d2 Z E2 (a E a d)2 den vorm Voor een aantal op de ellips gelegen punten kunnen we nu schrijven: 7?2 r2 njR2 [/2] ^_^[X2] R2 r2 nr2 [l2]_«__l Y2~\ Deze vormen kunnen we als controle gebruiken. Waar we eerder uit een gelijkzijdigen driehoek in een cirkel drie punten op een ellips hebben gevonden, waarvan het zwaartepunt samenvalt met het zwaartepunt van de drie hoekpunten van den gegeven gelijkzijdigen driehoek en tevens met het oorspronkelijke middelpunt van den cirkel, welk punt het middelpunt van de ellips blijft, zullen we thans die beschouwing uitbreiden. We kunnen hetzelfde afleiden voor iederen willekeurigen regel- matigen veelhoek. We kiezen daarvoor een regelmatigen vijfhoek ABC DE die in de ellips overgaat in den ingeschreven vijfhoek abc de (zie fig. 6.) M is het zwaartepunt van A B CD E. Bewijzen we thans dat M ook is het zwaartepunt van ab c d e. Het zwaartepunt van B en E ligt in 5 op A P, de middellijn door A. Het zwaartepunt van D en C in Q op dezelfde middellijn. De lijn a p is de dubbele voerstraal in de ellips, die uit A P is afgeleid en die eveneens gaat door M. C Q D vindt men in de ellips terug als c qd. Door de evenwijdigheid van C H, Q L en D I en omdat C Q Q D, is eveneens cq q d q is dan het snijpunt van Q L met c d. ft2 D2 r2 R2 C2 r2 12 1 V2 T n ft2 X a- (£i)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 44