47 We moeten nu nog bewijzen dat q tevens het snijpunt is van p M a met c d. Zouden we als snijpunt van Q L met p M a een ander punt n.l. q' vinden, dan zou q' zoodanig gelegen zijn dat Pp:pN=Qq':q'L. Trekken we C D door tot R dan blijkt, dat c d ook gaat door R en dat dus Q q q L Cc c H P p p N. Viel nu q niet samen met q'dan zouden op de lijn Q L twee punten bestaan zoodanig dat Q q'q' L Q q q L P p p N, hetgeen onmogelijk is. II// I We zien hieruit in het algemeen, dat alle punten van A P in hun onderlinge afstandsverhoudingen worden terug gevonden in hun projecties op a p. Dus: A S S M M Q a s s M M q. Voor het zwaartepunt hebben de punten 5 en Q en dus ook s en q het gewicht 2. We bewijzen niet nader dat M tevens is het zwaartepunt van a b c d e. Dit ligt thans geheel voor de hand. In verband met formule (D) blijkt, dat de ellips door abcde in fig. 6 overgaat in den cirkel door den regelmatigen vijfhoek K-i - i Fig. 6.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 45