49
aangenomen volgens het onderstelde, dat de lengteeen/ieid overeen
komt met de hoekeenheid (in dezen de secunde). Ofschoon figuur
7 misteekend is, kunnen we gemakkelijk inzien, dat als A 1, B 2 en
C 3 zeer groot en A B, B C en C A zeer klein zijn, dan in het on
derhavige geval Z nagenoeg ligt in het middelpunt van den cirkel
om 1, 2 en 3 en dat 1 Z 2 1 B 2 (bij benadering) en dus ook dat
bij benadering
z A B C 2 x Z 132, CA 2 X Z 213 en (M)
Z C A B 2 X (Z 123 - 10CK).
We stellen ons thans de vraag hoe het punt Z gelegen is in den
driehoek ABC, met andere woorden: welke de verhouding is van
de fouten v.
Uit de figuur blijkt, dat
v1XAB v2XBC v3XCA 2I,
waarin de inhoud van driehoek ABC.
Bij verkorting schrijven we hiervoor:
Fi c fg a f3 b 2 N
Fig. 7.