6 onderling loodrechte standen van de X-as gelijk nemen, we dan in het eene geval hebben [x2] p [y2] en in het andere geval P [x2] [y2]. Daar voor het totaal der punten van de ellips de verqelijkinq [X2] [y2] [p>] bij het wentelen van het coördinatenstelsel onveranderlijk blijft, blijkt, dat als [x2] max., dan tevens ontstaat [y2] min. en om gekeerd. Ligging van de assen der ellips. Stellen wij nu als gegeven drie punten A, B en C, waarvan het zwaartepunt in Z gelegen is (fig. 2). Nemen we Z als het coördinatennulpunt waarom een rechthoe kig assenstelsel kan gedraaid worden en bepalen we thans een be trekking, die tusschen [x2] en [y2] moet bestaan, opdat de X-as met één der assen van de ellips samen valle; de waarden x en y zijn alzoo veranderlijke onbekenden. Noemen we den straal van den om de lange as van de ellips beschreven cirkel R. In de figuur is dus: aZ bZ cZ R. In het onderhavige geval is PQ geteekend als de X-as van het assenstelsel. De X-as staat daar dus loodrecht op. Daar de oorsprong in het zwaartepunt ligt, waarvoor [v2] [x2] [y2] min. een onveranderlijke, hebben we voor een draaiend coördinatenstelsel, waarbij we xa, xy xr, ya, yb, yc als veranderlijken nemen, dus de differentiaal vergelijking d (xl x2 x2 -f y2 y\ y2) 0 uitgewerkt dus [xdx] [ydy\ =0 (A) Bij samenvalling van de X-as met de lange as van de ellips heb ben we de vergelijkingen x' p y l -R2 x2 p y2 R2 xl p y? R2 dus [x2] -f p [y2] =3 R2. Daar de ellips bepaald is (uit 3 punten en het middelpunt), is ook R bepaald uit het gegevene en dus een onveranderlijke te ach-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 4