RECHT EN ADMINISTRATIE.
62
P. Rietsema, landmeter van het Kadaster, Amsterdam:
Het onbevredigende kadaster en hoe tot bevrediging te
komen ten aanzien van de begrenzing van vast goed.
I.
Indien een verkooper in gebreke blijft het gekochte te leveren,
kan de levering door den kooper worden gevorderd.
Indien de levering aan een bepaalden vorm door de wet gebon
den wordt, moet de levering in dien vorm plaats vinden, doch de
verplichting van den verkooper blijft dezelfde: hij moet leveren: dat
„de kooper zich de levering van vast goed kan verschaffen door
overschrijving van de koopovereenkomst in de openbare registers
is geen noodzakelijkheid. Als de verkooper van het land niet afgaat,
doch de kooper zich de levering toch heeft verschaft, is aan de wet
voldaan, maar niet aan het recht, dat de feitelijke levering huldigt
naar de wet van oorzaak (den koop) en gevolgen (de levering).
Dit is de groote tegenstelling, waardoor art. 671 B.W. de denk
beeldige (juridische) levering in het leven heeft geroepen.
Zouden we willen doorgaan deze dubbele begripsvorming te
„huldigen", dan zouden we kunnen spreken van een denkbeeldig
bezit uit denkbeeldige levering, van een denkbeeldige vrijwaring op
grond van overschrijving, enz.
Deze laatste vooral, heeft zij het niet onder dien naam
ontkennenderwijze intrede gedaan binnen het gebied van het over
dragen van vast goed, en wel door het gebruik van het kadastrale
perceel. Immers: het door overschrijving geleverde kadastrale per
ceel is veelal aan verkooper niet bekend, omdat hij de grenzen niet
kent.
Voor den verkooper is het kadastrale perceel „geen specialiteit
en „geen openbaarheid" en omdat de vrijwaring alleen zin heeft
voor een aan verkooper geheel bekend goed, daarom wordt thans,
zoo vaak, de vrijwaring van het bezit des eigendoms door den
verkooper afgewezen: uit vrees voor de juridische vrijwaring.
Dit is in den grond van de zaak een bedroevend verschijnsel.
RECHT EN GRONDBOEK.