66
klemmend voorschrift, tezamen met de erkenning van het kadastrale
kenmerk van een overgedragen vast goed, zijn voldoende om een
zoogenaamde „rechtsrichting" aan te geven, waarop rechterlijke
uitspraken kunnen volgen en waarbij de kadastrale kaart als een
verdeeld, doch gesloten oppervlak kan worden overgebracht op het
land.
Dit zal echter steeds onmogelijk blijken.
Geen overschrijving noch een notarieele acte noch een kadastraal
kenmerk zijn in staat bezit te veroorzaken, doch wel de macht des
menschen.
Tusschen menschen ligt het recht en niet in paperassen.
Wel echter kunnen geschreven stukken tot bewijslevering wor
den bijgebracht. Meer dan bewijsmiddelen zijn het echter niet en
waar geen geschriften zijn kan evenwel recht zijn.
Bezit wordt niet openbaar door registers doch slechts door zicht
bare afscheidingen.
De landmeter van het kadaster, die scherp en met gespannen
aandacht steeds met zijn geheele vermogen betrokken is bij het uit
zetten van de kadastrale grens, moet zich geheel daaruit kunnen
losmaken om mijn betoog te kunnen volgen. Hij moet in overeen
komsten en verbintenissen zich inleven met dezelfde scherpte en de
zelfde volle aandacht, dus met zijn geheele vermogen, om zelf te
kunnen oordeelen.
Des schrijvers doel is natuurlijk begrepen te worden en daartoe
volge hier op een andere wijze nogmaals hetzelfde in een aantal
stellingen:
a. Voor vast goed wordt bezit slechts openbaar door de zichtbare
afscheiding.
b. Een vast goed door onzichtbare grenzen omschreven kan geen
alleszins bepaald voorwerp zijn van bezit.
c. De veranderlijkheid der zichtbare grenzen doet het daaraan on
derworpen bezit eveneens veranderen.
d. Het grondboeknummer heden gevormd, kan, indien de land
meetkundige uitgangspunten blijven bestaan, wel eeuwen on
veranderlijk worden voortgebracht.
e. De openbaarheid van het bezit is de grondslag voor het maat-,
schappelijk leven.
Al zou alleen het onderhoud van de grensafscheidingen de oor
zaak zijn van ontstane veranderingen in een eens door de af-