x
8
richting van de lange as kennen (in fig. 3 door Zy aangeduid) als
mede de lengten van de lange as en van de korte as.
Noemen we de punten 1, 2 en 3. Hun zwaartepunt Z. Het azi
muth van de^ lange as cp en voorts zij het azimuth Z\ x\,
ZI—ocï, Z3 a3, alle gemeten uit de Y-as van een gegeven
coördinatenstelsel.
Noemen we de afstanden tot de Y-as l.la xi; 2.2 x2
3.3a x3.
Voor het azimuth cp geldt volgens het voorgaande betoog
x2] minimum.
Noemen we de afstanden Z\—lu Z 2 I2 en Z3 /3t dan
hebben we de vergelijkingen
Xi sin (xi cp)
X2 h sin (x2 9?)
*3 h sin («3 cp)
OL.
Fig. 3.