80 Alsdan wordt de schade begroot, die niet meer mag bedragen dan een vierde van de bouwkosten van het over de grens ge bouwde deel van het werk, vermeerderd met de waarde van den in beslag genomen grond en vermeerderd met het toeken nen van een huur over de jaren, dat de overschrijding heeft be staan voor zooverre deze huur nog niet werd genoten. Bij overbouwing door gootoverstekken, fundeeringen en andere uitstekende werken wordt dienstbaarheidsschade berekend. 25. Bij het toekennen van de schadevergoeding beveelt de rechter tevens een grensregeling (dading), waardoor de door verbou wing in beslag genomen grond in vollen eigendom aan den eigenaar van het bouwwerk overgaat. Zoo noodig en desgewenscht kunnen daarbij ook erfdienst baarheden worden gevestigd ter zake van overstekende goten, loozingen, enz. 26. Heeft de benadeelde eigenaar voordat de bouw werd aange vangen of tijdens den bouw geweten, dat de grens werd over schreden en heeft hij daarvan aan den eigenaar, die den bouw ondernam, geen kennis gegeven, noch schriftelijk noch monde ling, dan heeft de eigenaar van den wederrechtelijk bebouw den grond geen ander recht op schadevergoeding dan wegens het verlies aan oppervlakte aan zijn erf toegebracht in over eenstemming met de bevolen grensregeling. 27. Heeft de eigenaar van het bouwwerk voor den aanvang van den bouw geweten, dat hij de grens overschreed, dan kan in alle gevallen door den rechter afbraak van het gebouwde wor den bevolen. Als partijen evenwel tot overeenstemming komen dient de rech ter tevens een grensregeling te bevelen. 28. Als de eigenaar, die den bouw ondernam, vóór den aanvang van den bouw het voornemen had de grens te overschrijden, en voor het geval dat in het allereerste begin van den bouw de andere eigenaar de aandacht van den bouwer op de grens overschrijding heeft gevestigd, mag de rechter bij het bevel tot afbraak geen rekening houden met de belangen van derden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 78