97 het door een samenloop van omstandigheden een enkele maal voorkwam, dat een onjuiste omschrijving van een gedeeltelijk ver bonden kadastraal perceel in het borderel op het hypotheekkantoor niet ontdekt werd. Daar de mogelijkheid bestaat, dat uit het gesprokene door hen die niet dagelijks de registers no. 69a raadplegen, verkeerde con clusies worden getrokken, lijkt het mij gewenscht, dit iets uitvoeri ger uiteen te zetten. Ter voorkoming van misverstand merk ik op, dat buiten be schouwing blijven de onjuistheden, die alleen ontdekt kunnen wor den door op het terrein het te bezwaren object met de kadastrale gegevens te vergelijken. Alleen die fouten heb ik op het oog, die gevonden zouden kunnen worden met behulp van de ter bewaring aanwezige gegevens. EERSTE GEVAL (fig. 1 en 2). Hieronder volgen eerst een tweetal voorbeelden. In een akte, overgeschreven in het jaar 1928, in deel 755 no. 148, werd verklaard, dat Johannes P. had verkocht aan Antonius P.: a. een huis, kad. bekend gemeente W. sectie H. no. 2334, groot b. een op het terrein behoorlijk afgepaald gedeelte bouw- en wei land, ter grootte van ongeveer 1 ha, een meest Noordelijk deel uitmakende van het kadastrale perceel gemeente W. sectie H. 1,02 a; no, 2333. 2333

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 95