99
blijken."
Daarna verleende J. A. G. hypotheek. In de hypotheekakte en
het borderel werd het onroerend goed omschreven als:
„het winkelhuis met woonhuis en erf te M„ uitmakende een ge
deelte, zooals plaatselijk is aangeduid ter grootte van 5,71 are
van het kadastrale perceel gemeente M. sectie A no. 121, door den
schuldenaar in eigendom verkregen door de overschrijving der
koopakte ten hypotheekkantore te Nijmegen op 20 Maart 1931 in
deel 788 no. 116."
Korten tijd later werd bij de kadastrale boekhouding ontdekt, dat
de omschrijving van het gekochte in de koopakte niet juist was.
De notaris werd uitgenoodigd deze te verbeteren, waarna in deel
810 no. 24 een akte van rectificatie overgeschreven werd, waarin
stond, dat de omschrijving had moeten luiden: 17 ca van nummer
121 en 550 ca van nummer 2056.
De hypotheekakte en de inschrijving werden niet ver
beterd. Wat de reden daarvan was, is niet bekend. In dit ver
band kan opgemerkt worden, dat door den hypotheekbewaarder
ingevolge artikel 120 Instructie Kadaster, rectificatie van de koop
akte gevraagd wordt, maar dat het geen gewoonte was en aan
de meeste kantoren nog geen gewoonte is) om te onderzoeken of
deze onjuiste omschrijving ook in een inschrijving voorkomt. (Aan
sommige bewaringen geschiedt dit tegenwoordig wel.)
Na de ambtshalve opmeting werd het perceel no. 2141 op grond
van de koopakte en de akte van rectificatie, in den kadastralen
legger gesteld ten name van J. A. G.
In het hulpregister no. 3 werd na een recherche in de marge ach-