100 ter de vermelding ,,no. 121 ged." in potlood vermeld later no. 2141". wat niet juist is. Waarschijnlijk was deze fout een gevolg van het feit, dat het voorkwam, dat bij recherches niet de staten no. 75 die ingebonden op den zolder stonden, maar de leggers geraadpleegd werden. Het gevolg van bovengenoemde potloodaanteekeningen is, dat bij een recherche of in een getuigschrift wordt verklaard, dat de inschrijving rust op het perceel no. 2141, terwijl deze in werkelijk heid alleten rust op het strookje van 17 ca van oud no. 121. Uit deze twee gevallen blijkt, dat het voorgekomen is dat een in de hypotheekakte (en dientengevolge in borderel en inschrijving) voorkomende fout niet ontdekt werd en het publiek ten onrechte in de meening gelaten werd, dat alles in orde was. De vraag is nu of de vernieuwing van de registers no. 69a de gelegenheid verschaft tegelijk een onderzoek naar dergelijke fouten in te stellen. Het antwoord op deze vraag hangt af van de wijze, waarop de registers no. 69a vernieuwd worden. De volgende vier methodes liggen voor de hand. Methode I. De vernieuwing geschiedt gemeente na gemeente, waarbij alle kadastrale perceelen van iedere gemeente systematisch gerechercheerd worden. Methode II. Het samenstellen van nieuwe registers no. 69a. nadat door een wet de herinschrijving van alle bestaande hypothe ken bevolen is. (Algeheele herinschrijving.) Methode III. De nieuwe registers no. 69a samenstellen, naar mate de kadastrale perceelen door de dagelijksche werkzaamheden in aanraking komen. (Geleidelijke vernieuwing.) Methode IV. Geleidelijke vernieuwing (als methode III), nadat door een wet de herinschrijving van bestaande hypotheken, ont staan voor een vastgestelden datum, bevolen is. Geleidelijke ver~ nieuwing en partieele herinschrijving.) METHODE I. Indien bij de vernieuwing volgens deze methode van de potloodaanteekeningen in het Inschrijvingsregister gebruik gemaakt wordt, en tevens van de statenboekjes, dan komen in den regel de bedoelde onjuistheden niet aan het licht. Wordt daar echter geen gebruik van gemaakt en worden bij de openstaande inschrijvingen op gedeeltelijke kadastrale perceelen de staten no. 75 en de hulpkaarten geraadpleegd, dan kunnen derge-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 98