174 van alle ontbrekende details in het terrein, en de afwerking n.l. het gereed maken van de teekening voor lichtdruk of reproductie. V. De Kartografische afdeeling. Gedurende de eerste helft van de 19e eeuw, vóór de oprichting van den To- pografischen dienst, verschenen reeds een groot aantal overzichtskaarten van den Archipel of gedeelten daarvan, deels samengesteld door min of meer officieele instanties, deels door particulieren. Een der volledigste en nauwkeurigste werken is de van 1853—1862 tc Batavia uitgegeven „Algemeene Atlas van Nederlandsch- Indië", samengesteld door den zee-officier P. Melvill van Cacnbec en den genie officier W. F. Versteeg; in 1870 verscheen te Leiden een tweede uitgave van dezen atlas. De overzichtskaarten van den Topografischen dienst van 18641900 hadden een eenigszins ander karakter. Het waren meest kaarten van een meer beperkt gebiedsdeel en deze werden gemaakt, zoodra in een gebied óf een topografische opneming, öf een verkenning door het Leger had plaats gehad. Ze waren ge woonlijk op schalen grooter dan 1 500000 en betroffen hoofdzakelijk de residen ties van Java en verschillende deelen van de Buitengewesten. Na 1900 breidde de taak van den Topografischen dienst ten opzichte van de overzichtskaarten zich uit, doordat voortaan ook kaarten van den Archipel of van grooterc deelen daarvan, dus kaarten op kleinere schalen, door den dienst uitgegeven werden. In 1922 is een definitieve organisatie voor het maken van overzichts- en schetskaarten in den vorm van de „Kartografische afdeelingtot stand gekomen. Aan het hoofd zou voortaan een geograaf staan, daar gebleken was, dat de geografie een belangrijke functie bij dit kartografisch werk vervult. Tot de taak van dezen geograaf behoort, behalve het toezicht houden op het maken van overzichts- en schetskaarten, ook het doceeren van geografie en geologie bij de opleiding van het personeel en het doen van geografische onderzoekingen, die voor de topografie van belang kunnen zijn. Een aantal belangrijke kaartwerken werd door de nieuwe afdeeling ter hand genomen, o.a. werden de reiskaarten van Java op de schaal 1 250000 vervan gen door een uniforme kaart van Java en Madoera op dezelfde schaal in 10 bladen; op dezelfde wijze werd van Sumatra een kaart begonnen op dezelfde schaal in 28 bladen (later gecombineerd tot 25 bladen); de overzichtskaart van Sumatra op de schaal 1 750000 in 10 bladen; de Nederlandsch-Indische bla den van de Internationale Wereldkaart op de schaal 1 r 1000000 en in samen werking met het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap de Atlas van Tro pisch Nederland. Na de hoofdstukken VI. Het Reproductiebedrijf, VII. De Instrumentmakers winkel (deze heeft thans, materiaal van andere departementen inbegrepen, rond 5500 instrumenten in verantwoording, als volgt verdeeld: geodetische instru menten universaalinstrumenten, theodolieten, tachymeters, berg-boussoles en waterpasinstrumenten rond 800 stuks; kleine meetinstrumenten en teekeninstru menten boussoles, hellingmeters, prisma's, equerres, meetveeren, linialen, reken- linialen, barometers, planimeters, pantografen, heliotropen enz. rond 3500 stuks; fotogrammetrische instrumenten rond 100 stuks; diverse apparaten en in strumenten coördinatograaf, reken- en telmachines enz. rond 100 stuks; baken

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1939 | | pagina 11