177
belangrijk zal worden verbeterd en de leesbaarheid der kaart zal worden ver
hoogd.
Het hoofd van den Opnemingsdienst heeft deelgenomen aan den cursus voor
fotogrammetrie, welke in Maart 1937 te Zürich werd gehouden.
Ook dit jaar werden voor het personeel cursussen gegeven en wel over:
a. Hoogtemeting. Ditmaal hebben de lessen zich bewogen op het gebied
van de hoogteschatting in het stereobeeld. Zonder eenig instrument, behalve den
stereoscoop, wordt getracht hoogten te schatten naar een klein aantal gegeven
hoogten. Blijkens de ervaring worden in steeds grooter percentage juiste schattin
gen binnen een marge van 1 m gemaakt, ondanks dat soms de hoogteverschil
len 60 en meer meter uiteenloopen. In enkele lessen bedroeg dit percentage reeds
ongeveer 50, terwijl de schattingen met een foutenmarge beneden 2 m zelfs vaak
meer dan 75 bedroegen.
b. Stereoscopisch uitteekenen van duinterrein. De eenheid, die gevergd
wordt in de topografie, maakt het tot een gebiedenden eisch, dat de topografen
elkaar zeer goed begrijpen, opdat allen zich door dezelfde gedragsregelen laten
leiden bij de kaarteering van duinen.
c. Stereoscopisch uitteekenen i'an hoogtegebied. Er is les gegeven in het
interpreteeren van hoogtegebied in Limburg naar ongeveer Lj van het beschik
bare aantal cijfers. Er bleek, dat slechts zelden fouten optraden bij de construc
tie van de hoogtelijnen.
d. Kaarteering door de eeuwen heen. Het wordt voor den kaarteerder nuttig
en wenschelijk geacht, op de hoogte te zijn, van wat men eertijds op dit gebied
vermocht te presteeren. Daarbij komt de kennis van wat op dit terrein bekend
is, ten goede aan de algemeene ontwikkeling, die de verkenner nu eenmaal be
hoeft.
e. De mensch en zijn cultuur in voorhistorische tijden. Steeds meer komen
de verkenners in aanraking met vondsten of gegevens van vondsten op archaeo-
logisch gebied.
De beginselen van zien en stercozien. Daar ten deze niet voldoende lec
tuur voor feeken bestaat en anderzijds zeer afwijkende theorieën voorkomen, is
getracht een zoo juist mogelijk beeld te schetsen.
In 1937 werd o.m. het tweede ontschrankingstoestel aangeschaft, waarover in
het vorige jaarverslag sprake was. Dank zij de voorlichting en de groote mede
werking van Dr. Sirks. adviseur-verificateur van 's Rijks Zeeinstrumenten te
Leiden, is het ontschrankingstoestel belangrijk verbeterd.
Tijdens de besprekingen tot voorbereiding voor den aankoop van een Weit-
winkel-Reihenmesskammer van Zeiss-Aerotopograph viel de aandacht op een in
aanmaak zijnde camera van Wild (18 X 18, f 12 cm), die vermoedelijk
ƒ4000.— goedkooper zou zijn. De resultaten hiervan werden afgewacht.
Hoewel het nog steeds een eisch des tijds is, om de mogelijkheden, geboden
door een grootehoekcamera, te benutten, is twijfel gerezen ten aanzien van de
bruikbaarheid van den Zeiss Topogon f =10.
Het lichtverlies in de hoeken van de beelden is zeer groot en de beeldscherpte
in diezelfde hoeken is niet van dien aard, dat zonder voorbehoud deze camera
aanbeveling verdient. Bovendien bewezen voortgezette proeven, dat het nog niet
zeker is, of de verteekeningsvrijheid van het gebruikte objectief groot genoeg is.