169
de middelste polygoonpunten (bij vlak terrein, waarbij de hoogteverschillen klei
ner zijn dan 40 m).
D. Acropolygonen, De verhouding der afstanden tusschen de opvolgende
opnemingsstandpunten wordt berekend op de wijze zooals door Von Gruber
is medegedeeld in Bildmessung und Luftbildwesen 1935 Nos. 3 en 4. De mid
delbare lengtefout m x wordt na toepassing van een correctie (volgens Hotine)
m x 1-51.27 b] 1f 1,266 (n 2) (n-3)(2n-5).
Een tabel geeft een overzicht der middelbare lengte- en dwarsfouten welke in
de middelste polygoonpunten van een aeropolygoon kunnen worden verwacht.
De middelbare dwarsfouten zijn wederom gelijk aan die bij de ruitenpolygonen.
Dctailkaartcering. Zijn de hoofdpuntenpolygonen berekend en in de kaart
ingepast, dan kunnen de details der foto's bij vlak terrein met behulp van een
pantograaf in de kaart worden overgebracht. Tengevolge van de helling der
foto s vertoonen de details, naarmate zij verder van het hoofdpunt liggen, groo-
tere fouten. Bij zeer scheeve foto's en bij foto's van bergterrein zal men in den
regel de ligging van een aantal punten in de kaart door voorwaartsche insnijding
met behulp van hoofdpuntsrichtingen bepalen.
Staat een punt op 3 opeenvolgende foto's afgebeeld, zoodat het punt met
behulp van 3 hoofdpuntsrichtingen kan worden bepaald, dan zijn in gunstige
gevallen (basishoeken van 30° 70°) de middelbare lengtefout M en de mid
delbare dwarsfout M y van deze ingesneden punten ten opzichte van het naast
bijgelegen hoofdpunt gelijk aan
a. bij driehoeks- en ruitenpolygonen M x 5.7 m, M y 14,2 m;
h, bij hoofdpuntenpolygonen en aeropolygonen M x 8,4 m, My 21,0 m.
Hoogtemeting. De onderzoekingen omtrent de hoogtebepaling door parallax-
meting zijn nog niet voltooid. Vastgesteld werd, dat indien op een foto van twee
punten, gelegen in een strook van ongeveer 3 cm breedte loodrecht op de vlieg
richting, de hoogten bekend zijn, van alle overige punten in die strook de
hoogte door lineaire interpolatie kan worden bepaald. De m.f. in de aldus be
rekende hoogten bedroeg 8,8 m. Naarmate de strook smaller wordt genomen,
wordt echter de nauwkeurigheid grooter.
J. H. B.
75 jaren Topografie in Nederlandsch-Indië. IV 87 4- 7 blz.,
17X24 cm. Weltevreden z.j. (1939) 3)
Deze jubileumuitgave is van vele foto's en kaartfragmenten voorzien. Aan
den inhoud ontleenen wij het volgende:
I. Inleiding.
De geschiedenis van den Topografischen dienst dateert van 25 Februari 1864
af, den datum waarop bij G.B. No. 12 de topografische opnemingen, die tot
dusverre waren uitgevoerd door de Genie, onder de leiding gesteld werden van
een eigen chef, die den titel kreeg van „Chef van het Topografisch bureau en
der militaire verkenningen". Bij G.B. van 7 April 1874 No. 2 werd de naam
van „Topografische dienst" toegekend en evenals vroeger de „Directeur" der
Genie, had nu de Chef van den Generalen Staf het algemeen toezicht. Als een
Opgenomen in de bibliotheek van K. en L.