170
den Nederlandsch Indischen Archipel, zooals: geodetische en astronomische
werkzaamheden, topografische opnemingen, verkenning en herziening van topo
grafische en landrentekaarteering en ten slotte de reproductie van de kaarten.
De organisatie is als volgt:
uitvloeisel van centralisatievoorstellen werd op 1 Juni 1907 de Topografische
dienst (behalve de verkenners) afgescheiden van den Generalen Staf en ver
heven tot een zelfstandig legeronderdeel.
Van de dienstchefs, die allen worden genoemd, was de eerste titularis de
luitenant-kolonel W. F. Versteeg (18641867).
Tegenwoordig is de Topografische dienst belast met de uitvoering van alle
noodzakelijke werkzaamheden voor het in kaart brengen van de eilanden van
te Weltevreden: het Hoofdkantoor, tevens IXe Afdceling van het Departe
ment van Oorlog, het Reproductiebedrijf, de Kartografische afdceling, het Kaar
tenmagazijn, de Instrumentmakerswinket, de Triangulatiebrigade en de Fotogram-
metrische brigade;
3 Herzieningsbrigades, n.l. van West-Java te Baudoeng, van Midden-Java te
Magelang en van Oost-Java te Malang:
3 Opnemingsbrigades, te Makassar, Samarinda en Medan;
de Opleidingsbrigadc te Malang.
II. De geodetische en astronomische werkzaamheden.
Terwijl in Europa het inzicht, dat een goede topografische kaart een ge-
eigende triangulatie tot grondslag moet hebben, reeds in het begin van de 19de
eeuw begon door te breken, duurde het tot omstreeks 1875 alvorens in Neder-
landsch-Indië de triangulatiegegevens bij de kaarteering op juiste wijze werden
gehanteerd. In het begin van de primaire en secundaire triangulatie van Java
(uitgevoerd van 1853 tot 1881) was men nog de meening toegedaan, dat de
triangulatie slechts diende om den trouwen en kundigen opnemer te onderschei
den van den ontrouwen en onkundigen en het motto luidde in dien tijd klaar
blijkelijk: „eerst kaarteeren, daana trianguleeren". Het onjuiste begrip, dat tijdens
de triangulatie van Java bij de topografen heerschte omtrent bet nut van de
driehoeksmeting, was dan ook ongetwijfeld het gevolg van het feit, dat toenter
tijd de triangulatie werd uitgevoerd door den „Geographischen dienst van het
Dept. van Marine, terwijl de topografische kaarteering werd verricht door per
soneel van het Dept. van Oorlog. Aan den simpelen gedachtcngang kwam om
streeks 1883 een einde toen na de opheffing van den Geographischen dienst
een speciale „Tri ang ulatie-a f dcc ling' werd opgericht. Toch moet worden opge
merkt, dat met de oprichting van deze „Triangulatie-afdeeling" de ideale toe
stand voor wat betreft de organisatie van het geheele complex van werkzaam
heden, dat met een goede topografische kaarteering samenhangt, nog niet werd
bereikt. Wel is waar was het denkbeeld verlaten, dat de driehoeksmeting op de
kaarteering zou moeten volgen, maar het desideratum, dat de driehoeksmeting
geruimen tijd, op zijn minst 4 a 5 jaar, aan de opneming moet voorafgaan, is
tengevolge van personeelsgebrek tot op heden nog niet bereikt.
De overplaatsing in 1916 van de Triangulatiebrigade naar Batavia, het We
tenschappelijke Centrum van Ned.-Indië, stelde de brigade in staat haar werk
zaamheden uit te breiden op ander gebied dan uitsluitend driehoeksmeting en