109 geen bereikt zou kunnen worden door evenwijdige verschuiving van de assen), dan zou dat bij het machinerekenen van groot voordeel zijn. Een desbetreffend voorstel gedaan op het 3e congres van de N. L. F. werd echter van de hand gewezen. 6. We keeren na dezen omweg terug naar de methode van het voorwaartsche insnijden op de enkele machine. Daar we de lijn 3 met den richtingscoëfficiënttg <p\ tg q>2 moeten instellen, kan het gebeuren, dat tg cp\ het tegengestelde tee- ken heeft van tg q>i tg f2- Heeft de machine een teekenknop, dan is een dergelijke teekenverandering geen bezwaar: de feeken- knop wordt in den anderen stand gezet. Heeft de machine geen teekenknop, dan zou men, als het O r bijv. witte cijfers vertoonde, de machine opnieuw zóó moeten in stellen dat dat getal in roode cijfers komt te staan. Zal de kans, dat we voor een dergelijke verrassing komen te staan groot zijn? Men zal steeds zorgen, dat de lijnen elkaar onder een hoek snijden, die weinig van 100 graden afwijkt, hetgeen in houdt dat tg <pi meestal een tegengesteld teeken heeft van tg q>2- Dan verkrijgt de waarde tg cpi tg <p2 hetzelfde teeken als tg<pi. En als men dan als lijn 1 in alle gevallen die lijn neemt, die de kleinste helling vertoont met de V-as (waardoor tg rp\ j> tg 9?2). dan is men altijd veilig. Bij het veranderen van Yx en Y2 in het O r, kan het voorkomen, dat Yi positief (wit) en Y2 negatief (rood) is. Men verandert dan eerst Y1 in nul, maakt vervolgens alléén het Or schoon en brengt er tenslotte Y2 in roode cijfers in. Van negatief naar positief gaat men op analoge wijze te werk. Ook bij het veranderen van X3 in X2 in het resultaatregister, kan het voorkomen, dat het in het O r voorkomende positieve getal ver andert in een negatief (in dit geval dan voorgesteld door een tien- deelige aanvulling in witte cijfers) of omgekeerd, dat het in het O r voorkomende negatieve getal verandert in een positief (voorgesteld door een tiendeelige aanvulling in roode cijfers). Ter vermijding van deze tiendeelige aanvulling, draait men, zoodra er in het O r een tiendeelige aanvulling verschijnt, zoodanig, dat in het O r nul komt, maakt dan het O r schoon en gaat daarna door met de ver andering van het getal in het R r. Het in de beide laatste alinea's behandelde komt zelden voor.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 109