132 heden zou hebben moeten grijpen om met spoed het werk ter hand te kunnen nemen. Echter men had voordeelen, zooals in Tokyo of door toepassing van de methode Adickes, n.l. dat de grond voor straatverbreeding geheel of voor 10 der totale bouwterreinoppervlakte gratis aan de gemeenschap zou komen, niet zonder meer behoeven prijs te geven. We denken hier ook nog aan mogelijkheden als beschreven in het Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw van Januari 1936. Daar behandelt Th. A. Rappaport de nieuwe Duitsche stede- bouwwetten, die ten behoeve van het algemeen belang op dit ge bied aan de stedelijke overheid zeer verstrekkende bevoegdheden verleenen tot ingrijpen in het particuliere eigendomsrecht zonder schadevergoeding. Voor Rotterdam zal men met deze mogelijkheden geen rekening houden. Er zal worden onteigend op de tegenwoordig mogelijke hoogst eenvoudige manier. De instanties aan te wijzen voor het bepalen der schadevergoedingen zullen de noodige moeilijkheden te overwinnen krijgen en het zal heel wat beleid vereischen om grove onbillijkheden te voorkomen. De taak van de terzake advi- seerende commissies zal niet benijdenswaardig zijn. De ontwerper van het nieuwe plan zal dus de handen vrij heb ben en alleen gehouden zijn aan eischen van stedebouw, van wa terstaatsbelangen en verkeersproblemen in den meest uitgebreiden zin. Hij zal zich echter naar onze meening niet geheel kunnen ont trekken aan den invloed van wat bestond vóór Mei 1940. Een stad als Rotterdam heeft een verleden, dat men niet zoo maar kan loochenen. De band met het water, de rivier, zal eischen stellen, de koopstad met haar inrichtingen, havens, kantoren en pakhuizen zal op de vrijkomende terreinen moeten herrijzen, men kan deze bij de nieuwe plannen niet wegcijferen en verwijzen naar de stadsuitbreiding elders aan de peripheric. Waarbij dan nog de spoorwegplannen komen, die gekoppeld zullen moeten blijven aan de viaducten door de stad en de bruggen over de Maas. Het is hier niet de plaats om op deze dingen dieper in te gaan, noch op de aesthetica van de nieuwe plannen. We roeren ze alleen aan om een anderen kant van het verleden ni. de oude perceelsindeeling en den eigendomstoestand eens na-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 132