134 onderworpen aan de bouwkundige eischen, die in het nieuwe plan .tullen worden gesteld. Er zullen naar onze meening tal van eigenaren zijn, die in het verwoeste gebied alleen over woonhuizen beschikten en die gaarne nieuw zullen gaan bouwen in de aan te wijzen woonbuurten, al lig gen die op een andere plaats, of die geheel willen verdwijnen om aan den buitenkant der stad te gaan herbouwen. Zoodat allicht meer ruimte ontstaat voor de zakenmenschen, zoodat deze op de oude plaats of dicht erbij perceelen kunnen krijgen om hun panden neer te zetten. Men zou, waar men toch voor andere doeleinden noodig heeft lijsten met namen der eigenaren en oppervlakten, een eenvoudig sommetje kunnen maken, hoeveel grond er meer noodig zal zijn voor wegen, parken en andere perceelen voor openbaar nut. Deze oppervlakte zou men pondspondsgewijs kunnen omslaan over alle oude bouwperceelen. Wellicht komt men dan tot een percentage als in Tokyo. Immers 20 ha meer voor straten en dergelijke geeft heel wat mogelijkheden tot verruiming in het nieuwe plan. Dan is dus eenvoudig te bepalen welke perceelsgrootte de oude eigenaren overhouden. De oude kaarten worden fotografisch ver groot tot dezelfde schaal als de nieuwe plannen en nu komt het er maar op aan om bloksgewijs te gaan passen en meten op de kaart om het mogelijk te maken, dat de vroegere, nu verkleinde perceelen weer op dezelfde plaats komen. Men zou zelfs voor den grond geen schadevergoeding behoeven te bepalen, dan alleen voor die eige naren, die geen grond terug wenschen te ontvangen. Men kan hiertegen aanvoeren, dat dit systeem alleen kan op gaan als alle oude straten in het nieuwe plan worden opgenomen. Dit zal wel niet het geval worden. In de oude stad vond men ver der kleine winkeltjes naast groote zaken, in het nieuwe plan zal zeker ook naar uniformiteit wat de grootte betreft worden gestreefd. Een hybridisch conglomeraat als de Schiedamsche Dijk met annexen zal natuurlijk niet tot nieuw leven worden gewekt in zijn ouden vorm. Ook de verwoeste gedeelten van den Coolsingel vertoonden allerlei verschillen, die zeker niet zullen worden bestendigd. Al deze dingen zullen het zeer moeilijk maken om het geschetste idee van ruilverkaveling toe te passen. De hoofdzaak echter: het grond tegen grond, zooveel mogelijk op dezelfde plaats, moet een bijzondere bekoring hebben, omdat

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1940 | | pagina 134