155
dan begint men met de coördinaten van het beginpunt in de resul-
taatregisters te brengen (X links, Y rechts), het meetgetal, dat bij
het beginpunt staat (dus meestal nul) in de omwentelingsregisters
en p en q op de instelborden. Door de omwentelingsregisters met
gekoppelde machine telkens bij te draaien tot het volgende meet
getal en de resultaatregisters niet schoon te maken, vindt men in
deze laatsten achtereenvolgens de coördinaten van de meetpunten.
b. Stelt men prijs op de controle op het overnemen uit de ma
chine, dan bepaalt men te voren de lengteverschillen in de meetlijn.
Men zet weer p en q op de instelborden, brengt (telkens door bij
draaien) de opvolgende lengteverschillen met gekoppelde machine
in de omwentelingsregisters en vindt in de resultaatregisters (die
niet schoongemaakt worden) achtereenvolgens de coördinatenver-
schillen, die in het formulier genoteerd worden en tenslotte telkens
opgeteld bij de coördinaten van het vorige punt. Deze optellingen
moeten aan het eind de coördinaten van het eindpunt opleveren.
II. Buiten de meetlijn, gegeven door abscissen en ordinaten op de
meetlijn als X-as.
a. Het berekenen van meetpunten is een bijzonder geval van
de coördinatentransformatie, is nl. een aansluiting aan twee punten:
begin- en eindpunt van de meetlijn, waarvan de coördinaten zoowel
in het gegeven stelsel (met de meetlijn als X-as) als in het nieuwe
bekend zijn. Het is aanbevelenswaardig de coördinaten van buiten
de meetlijn gelegen punten in het transformatieformulier te bereke
nen, en wel vooral met het oog op de controle, daar immers de
transformatieberekening een interpolatiemethode is.
b. Ziet men van de controle af, dan kan men de volgende extra
polatie- (dus gevaarlijke) methode toepassen: eerst op de wijze
als onder Ia beschreven, de coördinaten van het voetpunt van de
loodlijn berekenen en in de resultaatregisters laten staan; omwente
lingsregisters schoonmaken; p en q op de instelborden verwisselen
en wel met verwisseling van teeken voor q; lengte van de loodlijn
(naar links gericht is deze positief, naar rechts negatief) in de om
wentelingsregisters draaien; de resultaatregisters geven dan de
coördinaten van het gezochte punt. Men draait de lengte van de
loodlijn er weer uit (dus omwentelingsregisters tot nul draaien),
maakt de instelborden schoon, brengt het meetgetal van het voet-
punt der loodlijn weer in de omwentelingsregisters en p en q op de