159
l. het rechterresultaatregister zoo goed mogelijk gelijk maken aan
de ordinaat van het eindpunt;
de omwentelingsregisters geven nu links en rechts de verbete
ringen aan, die resp. aan alle sinussen en cosinussen uit het
hoofd aangebracht worden bij de volgende bewerking;
m. instelborden en omwentelingsregisters schoonmaken;
n. van het nog in de resultaatregisters staande eindpunt uit, gaat
men terug naar het beginpunt met de verbeterde sinussen en
cosinussen en telkens de tegengestelde waarde van de gemeten
lengte in de omwentelingsregisters. De resultaatregisters geven
dan achtereenvolgens de gezochte coördinaten van de veelhoeks-
punten. Men moet precies op de coördinaten van het beginpunt
terugkomen.
o. Tenslotte desgewenscht controle met contrölecoördinaten. (De
contrölecoördinaten van een punt zijn X' X Y en Y'=
X Y. Elke coördinatenberekening kan gecontroleerd worden
door de berekening te herhalen met de contrölecoördinaten van
de gegeven punten, de met 50 gr verminderde gegeven argu
menten en de met 1^2 1,414214 vermenigvuldigde gegeven
lengten. De contröleberekening levert op: de contrölecoördina
ten van de gevraagde punten, de met 50 gr verminderde ge
vraagde argumenten en de met 2 vermenigvuldigde gevraagde
afstanden.) Ter controle van den veelhoek behoeft men alleen
met de controleordinaten te werken; men vermindert elk argu
ment met 50 gr, vermenigvuldigt alle lengten met 1,414214, be
paalt de contröleordinaat (X Y) van het beginpunt, berekent
den veelhoek nogmaals, echter alleen voor de ordinaten, uit de
contröleordinaat van het beginpunt, de contröleargumenten en
de contrölelengten. Van de contröleargumenten behoeft men
dus slechts de cosinussen op te zoeken. De contröleordinaten,
die men dan vindt, moeten dan, behoudens zeer kleine afron
dingsverschillen, elk gelijk zijn aan de som van de coördinaten
van het bijbehoorende punt.
Rotterdam, Juni 1940.
